Skoda Fabia: Juiste en veilige zithouding
Inleiding voor het onderwerp
Vóór elke rit de juiste zithouding innemen en deze houding ook tijdens de rit niet wijzigen. Ook de passagiers erop wijzen de juiste zithouding in te nemen en deze houding ook tijdens de rit niet te wijzigen.
Voor de bijrijder gelden de volgende aanwijzingen die, indien ze niet worden opgevolgd, tot zwaar of dodelijk letsel kunnen leiden.
- Niet tegen het dashboard leunen.
- De voeten niet op het dashboard leggen.
Voor alle inzittenden gelden de volgende aanwijzingen die, indien ze niet worden opgevolgd, tot zwaar of dodelijk letsel kunnen leiden.
- Niet alleen op het voorste deel van de zitting gaan zitten.
- Niet dwars op de stoel gaan zitten.
- Niet uit de ruiten leunen.
- De ledematen niet uit het raam steken.
- De voeten niet op de zitting leggen.
ATTENTIE
|
ATTENTIE Door een verkeerde zithouding stelt de inzittende zich bloot aan levensgevaarlijke verwondingen. |
Juiste zithouding van de bestuurder
afb. 14 Juiste zithouding van de bestuurder / juiste stand van handen
aan het stuurwiel
Met het oog op uw eigen veiligheid en om het gevaar voor verwondingen bij een ongeval te verminderen, moeten de volgende aanwijzingen in acht worden genomen.
- De bestuurdersstoel in lengterichting zo instellen dat u de pedalen met licht gebogen benen volledig kunt intrappen.
- De leuning zodanig verstellen, dat u het stuurwiel op het bovenste punt met licht gebogen armen kunt vastpakken.
- Het stuurwiel zo instellen dat de afstand tussen stuurwiel en borstkas ten minste 25 cm bedraagt afb. 14 - A .
- De hoofdsteun zodanig instellen, dat de bovenzijde van de hoofdsteun zoveel mogelijk in lijn ligt met het bovenste gedeelte van het hoofd (geldt niet voor stoelen met geïntegreerde hoofdsteunen) afb. 14 - B .
- De veiligheidsgordel juist omgespen Veiligheidsgordels gebruiken.
ATTENTIE
|
Stand van het stuurwiel instellen
afb. 15 Stuurwielstand instellen
De stand van het stuurwiel kan in hoogte en in lengterichting worden versteld.
- De borghendel onder het stuurwiel in pijlrichting 1 zwenken afb. 15.
- Het stuurwiel in de gewenste stand zetten. Het stuurwiel kan in pijlrichting 2 worden versteld.
- De borghendel tot de aanslag in pijlrichting 3 drukken.
ATTENTIE
|
Juiste zithouding van de bijrijder
Met het oog op de veiligheid van de passagier en om het gevaar voor verwondingen bij een ongeval te verminderen, moeten de volgende aanwijzingen in acht worden genomen.
- De bijrijdersstoel zo ver mogelijk naar achteren schuiven. De bijrijder moet een minimale afstand van 25 cm ten opzichte van het dashboard aanhouden, zodat de airbag bij een activering de grootst mogelijke veiligheid biedt.
- De hoofdsteun zodanig instellen, dat de bovenzijde van de hoofdsteun zoveel mogelijk in lijn ligt met het bovenste gedeelte van het hoofd afb. 14 op - B (geldt niet voor stoelen met geïntegreerde hoofdsteunen).
- De veiligheidsgordel juist omgespen Veiligheidsgordels gebruiken.
ATTENTIE
|
Juiste zithouding van de passagiers op de zitplaatsen achterin
Met het oog op de veiligheid van de passagiers op de zitplaatsen achterin en om het gevaar voor verwondingen bij een ongeval te verminderen, moeten de volgende aanwijzingen in acht worden genomen.
- De hoofdsteun zodanig instellen, dat de bovenzijde van de hoofdsteun zoveel mogelijk in lijn ligt met het bovenste gedeelte van het hoofd afb. 14 op - B .
- De veiligheidsgordel juist omgespen Veiligheidsgordels gebruiken.
Zie ook:
Mazda 2. Indicatielampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
Signaal
Indicatielampjes
* Indica ...
Mazda 2. Terugstellen van de motorstuureenheid
OPMERKING
Deze procedure is bedoeld voor voertuigen met SKYACTIV-D 1.5 en
voertuigen met
SKYACTIV-G 1.3 of SKYACTIV-G 1.5 waarbij de flexibele instelling voor het
tijdstip
van het verve ...