Mazda 2: Koeling (Met airconditioning)
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand .
2. Zet de temperatuurregelknop in de stand voor koude lucht.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de gewenste snelheid.
4. Schakel de airconditioning is door het indrukken van de A/C schakelaar.
5. Stel nadat het koelen is begonnen de aanjagerregelknop en temperatuurregelknop naar wens af voor het handhaven van de meest comfortabele temperatuur.
De airconditioning kan dan oververhitting van de motor veroorzaken. Schakel de airconditioning uit, indien het waarschuwingslampje oplicht of knippert.
- (Type A/Type B) Zet wanneer maximale koeling gewenst is de temperatuurregelknop in de laagste stand, zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de stand voor gerecirculeerde lucht en draai vervolgens de aanjagerregelknop volledig rechtsom.
- (Type C/Type D) Zet wanneer maximale koeling gewenst is de temperatuurregelknop in de laagste stand, zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de stand voor gerecirculeerde lucht en zet vervolgens de aanjagerregelknop in stand 4.
- (Type A/Type C)
Indien warmere lucht op vloerniveau
gewenst is, de functiekeuzeregelknop
in de
stand zetten en de temperatuurregelknop afstellen zodat een optimaal comfort gehandhaafd blijft.
- De lucht die naar de vloer stroomt is warmer dan de lucht die naar het gezicht gevoerd wordt (behalve wanneer de temperatuurregelknop in de hoogste of laagste stand gezet is).
Ventilatie
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand .
2. (Type A/Type B) Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de stand voor aanvoer van buitenlucht.
(Type C/Type D)
Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand .
3. Zet de temperatuurregelknop in de gewenste stand.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de gewenste snelheid.
Zie ook:
Mazda 2. Onderhoud van kunststof
bekleding
Verwijder stof en vuil van de kunststof
bekleding met behulp van een borstel of
stofzuiger.
Verwijder vlekken van kunststof bekleding
met behulp van een schoonmaakmiddel
voor lederen en kunstst ...
Peugeot 208. Storing
Verwijder vuil, vocht of voorwerpen (stickers,
bladeren,...) van de bovenzijde van de voorruit die
de laser kunnen belemmeren.
Een beslagen voorruit of op de motorkap
opgehoopte sneeuw kan de werk ...