Mazda 2: Instellen van het systeem
Controleer bij het instellen van de afstelbare snelheidsbegrenzer altijd of de omgeving veilig is: Als de snelheid lager ingesteld wordt dan de huidige rijsnelheid, wordt de rijsnelheid tot aan de ingestelde snelheid verminderd. Controleer of de omgeving veilig is en houd een veiliger afstand aan tussen de voertuigen voor u en achter u.
1. Druk op de MODE schakelaar om het systeem in te schakelen.
2. (Met kruissnelheidsregelaar) Druk voor het instellen van de snelheid op SET- . Wanneer de huidige rijsnelheid 30 km/h of meer is, wordt de snelheid ingesteld op de huidige rijsnelheid. Wanneer de huidige rijsnelheid minder is dan 30 km/h, wordt de snelheid ingesteld op 30 km/h.
(Met Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem) Druk op SET+ of SET- voor het instellen van de snelheid. Wanneer de huidige rijsnelheid 30 km/h of meer is, wordt de snelheid ingesteld op de huidige rijsnelheid.
Wanneer de huidige rijsnelheid minder is dan 30 km/h, wordt de snelheid ingesteld op 30 km/h.
3. (Met kruissnelheidsregelaar) Houd voor het verhogen van de ingestelde snelheid de RES+ schakelaar continu ingedrukt. De ingestelde snelheid kan afgesteld worden in stappen van 10 km/h. De ingestelde snelheid kan ook afgesteld worden in stappen van ongeveer 1 km/h door de RES+ schakelaar kortstondig in te drukken. Bijvoorbeeld, de ingestelde snelheid neemt met ongeveer 4 km/h toe door de RES+ schakelaar 4 maal in te drukken.
(Met Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem) Houd voor het verhogen van de ingestelde snelheid de SET+ schakelaar continu ingedrukt. De ingestelde snelheid kan afgesteld worden in stappen van 10 km/h. De ingestelde snelheid kan ook afgesteld worden in stappen van ongeveer 1 km/h door de SET+ schakelaar kortstondig in te drukken. Bijvoorbeeld, de ingestelde snelheid neemt met ongeveer 4 km/h toe door de SET+ schakelaar 4 maal in te drukken.
4. Houd voor het verlagen van de ingestelde snelheid de SET- schakelaar continu ingedrukt. De ingestelde snelheid kan omlaag afgesteld worden in stappen van 10 km/h.
De ingestelde snelheid kan ook afgesteld worden in stappen van ongeveer 1 km/h door de SET- schakelaar kortstondig in te drukken. Bijvoorbeeld, de ingestelde snelheid neemt met ongeveer 4 km/h af door de SET- schakelaar 4 maal in te drukken.
- (Met kruissnelheidsregelaar)
Druk wanneer de ingestelde rijsnelheid in de instrumentengroep wordt
getoond op de
RES /+ schakelaar om de getoonde rijsnelheid in te stellen.
(Met Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem) Druk wanneer de ingestelde rijsnelheid in de instrumentengroep wordt getoond op de RES schakelaar om de getoonde rijsnelheid in te stellen.
- Het systeem wordt tijdelijk uitgeschakeld bij accelereren door krachtig intrappen van het gaspedaal, echter de werking wordt hervat wanneer de rijsnelheid tot aan de ingestelde snelheid of minder afneemt.
- Bij het afrijden van een helling is het mogelijk dat de rijsnelheid de ingestelde snelheid overschrijdt.
Zie ook:
Mazda 2. Instellen van de gewenste
constante snelheid
1. (Met afstelbare snelheidsbegrenzer)
Druk voor het activeren van het
systeem van de kruissnelheidsregelaar
op de MODE schakelaar.
De hoofdindicatie van de
kruissnelheidsregelaar (wit) wordt
...
Mazda 2. Wanneer het systeem in werking is
1. Wanneer de LDWS OFF schakelaar
wordt ingedrukt gaat het systeem
over naar standby en gaat het
LDWS OFF indicatielampje in de
instrumentengroep uit.
2. Rijd terwijl het LDWS OFF
indicatiel ...