Mazda 2: Hellingstopfunctie (Automatische transmissie)
Voertuigen met de i-stop functie zijn uitgerust met een hellingstopfunctie. Deze functie voorkomt dat de auto wegrolt, zoals bijvoorbeeld wanneer het rempedaal op een helling onder de volgende omstandigheden wordt losgelaten:
- Wanneer de motor gestopt is (voorkomt dat de auto achteruit rolt)
- Bij het wegrijden vanuit stilstand (voorkomt dat de auto plotseling in
beweging komt als
gevolg van vooruitkruipen).
Wanneer u het rempedaal loslaat, blijft de remkracht automatisch behouden afhankelijk van de hellingsgraad van de weg.

Vertrouw niet blindelings op de hellingstopfunctie.
- De hellingstopfunctie is een aanvullende functie die gedurende maximaal vier seconden functioneert wanneer nadat het rempedaal is losgelaten vanuit een toestand van stopgezette motor wordt geaccelereerd. Overmatig vertrouwen op het systeem kan echter ongevallen veroorzaken als de snelheid van de auto ineens toeneemt. Controleer alvorens met de auto te gaan rijden altijd de veiligheid rondom de auto en bedien de keuzehendel, het rempedaal en het gaspedaal op de juiste wijze. Het is echter mogelijk dat de auto plotseling in beweging komt, afhankelijk van de hellingsgraad van de weg, de belasting van de auto of als er een aanhanger getrokken wordt.
- De auto zou echter nadat de hellingstopfunctie is vrijgezet onder de volgende omstandigheden plotseling in beweging kunnen komen:
- De keuzehendel staat in de stand N.
- Als de keuzehendel naar de N stand wordt verplaatst en het rempedaal wordt losgelaten terwijl de i-stop functie in werking is, wordt de remkracht geleidelijk vrijgegeven. Laat om met de auto weg te rijden nadat de motor opnieuw gestart is het rempedaal los en zet de keuzehendel in een andere stand dan de N stand.
- Wanneer de auto op een steile helling tot stilstand wordt gebracht, functioneert de hellingstopfunctie niet omdat de motor niet gestopt is.
- Het is mogelijk dat als gevolg van de werking van de hellingstopfunctie de reactie van het rempedaal anders is, dat de remmen geluid maken of dat het rempedaal trilt. Dit duidt echter niet op een defect.
Zie ook:
Mazda 2. Instellen van het systeem
WAARSCHUWINGControleer bij het instellen van de afstelbare
snelheidsbegrenzer altijd of de omgeving
veilig is:
Als de snelheid lager ingesteld wordt dan de huidige rijsnelheid, wordt
de r ...
Mazda 2. Koeling (Met airconditioning)
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand .
2. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor koude lucht.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
4. Schakel de airconditi ...