Auto's:

KIA Rio: Richtingaanwijzers - Verlichting - Kenmerken van uw auto - KIA Rio - InstructieboekjeKIA Rio: Richtingaanwijzers

Verlichting

Om de richtingaanwijzers te laten werken, moet het contact in stand ON staan. Beweeg de combischakelaar omhoog of omlaag (A) om de richtingaanwijzers in te schakelen.

De groene, pijlvormige controlelampjes op het instrumentenpaneel geven aan welke richtingaanwijzer in werking is. Na het nemen van de bocht, worden de lampjes automatisch uitgeschakeld.

Zet de combischakelaar handmatig terug in de middenstand als de richtingaanwijzers na een bocht blijven knipperen.

Beweeg de combischakelaar gedeeltelijk naar beneden of naar boven en houd hem vast (B) om een wisseling van rijstrook aan te geven. Als u de combischakelaar loslaat, keert deze weer terug naar zijn oorspronkelijke positie.

Wanneer een controlelampje blijft branden, niet knippert of abnormaal knippert, kunnen één of meer lampen doorgebrand zijn en dienen deze vervangen te worden.

Impulsbediening richtingaanwijzers bij rijstrookwisseling (indien van toepassing)

Om de impulsbediening van de richtingaanwijzers bij rijstrookwisseling te activeren, beweegt u de combischakelaar iets gedurende en laat hem dan weer los. De richtingaanwijzers knipperen 3 keer.

AANWIJZING Als de richtingaanwijzer abnormaal snel of langzaam knippert, duidt dit op een kapotte lamp of een slecht contact in het circuit van de richtingaanwijzers.
Zie ook:

Opel Corsa. Dakdragersysteem
Dakdrager Om veiligheidsredenen en ter vermijding van dakschade adviseren wij het voor uw auto goedgekeurde dakdragersysteem te gebruiken. Neem contact op met uw werkplaats voor meer infor ...

Mazda 2. DSC OFF indicatielampje
Dit indicatielampje blijft gedurende enkele seconden branden wanneer het contact op ON gezet wordt. Dit lampje gaat ook branden wanneer op de DSC OFF schakelaar wordt gedrukt en het TCS/DSC s ...

Auto's: