KIA Rio: Goede rijgewoonten
- Houd het gaspedaal nooit ingetrapt als de selectiehendel van stand P of N in een andere stand wordt gezet.
- Zet de selectiehendel nooit in stand P als de auto nog niet volledig tot stilstand is gekomen.
- Zorg ervoor dat de auto volledig tot stilstand is gekomen voordat stand R of D wordt ingeschakeld.
- Laat de auto nooit in zijn vrij een helling af rijden. Dit is bijzonder gevaarlijk. Laat de auto bij het rijden altijd in een versnelling staan.
- Houd het rempedaal niet langdurig achter elkaar ingetrapt. Hierdoor kunnen de remmen oververhit raken en dienst gaan weigeren. Schakel in plaats daarvan bij het afrijden van een lange helling terug naar een lagere versnelling. Hierdoor remt de auto af op de motor.
- Vertraag de snelheid voordat u terugschakelt. Anders kan de lagere versnelling misschien niet worden ingeschakeld.
- Gebruik altijd de parkeerrem. Vertrouw niet uitsluitend op stand P van de transmissie om de auto op zijn plaats te houden.
- Wees vooral voorzichtig bij het rijden op een gladde ondergrond. Let in dat geval vooral op bij het remmen, gasgeven en schakelen. Op een glad wegdek kan een abrupte snelheidsverandering leiden tot verlies van grip van de aangedreven wielen, waardoor u de controle over uw auto kunt verliezen.
- Voor de beste prestaties en een zo laag mogelijk brandstofverbruik moet het gaspedaal met een gelijkmatige beweging worden ingetrapt en worden losgelaten.
WAARSCHUWING
|
WAARSCHUWING Als u met u auto vast komt te zitten in de sneeuw, modder, zand, enz., kunt u proberen de auto weer los te krijgen door afwisselend voor- en achteruit te rijden. Doe dat echter niet als er mensen of obstakels in de directe nabijheid van de auto aanwezig zijn. Tijdens het voor- of achteruitrijden kan de auto plotseling naar voren of naar achteren bewegen als de aangedreven wielen weer grip krijgen, waardoor personen letsel kunnen oplopen of schade kan ontstaan. |
Vanuit stilstand een steile helling oprijden
Trap het rempedaal in en zet de selectiehendel in stand D om vanuit stilstand een steile helling op te rijden.
Kies de juiste versnelling afhankelijk van de mate waarin de auto belast is en de steilheid van de helling en ontgrendel de parkeerrem. Trap het gaspedaal geleidelijk in terwijl u het rempedaal op laat komen.
Bij het vanuit stilstand accelereren op een steile helling kan de auto de neiging hebben om achteruit te rollen.
Door de selectiehendel in stand 2 (tweede versnelling) te zetten voorkomt u dat de auto achteruit gaat rollen.
Zie ook:
Renault Clio. Snelheidsregelaar
De snelheidsregelaar is een functie die u
helpt de door u gekozen rijsnelheid op een
constante waarde vast te houden, dit wordt
de ingestelde snelheid genoemd.
Vanaf 30 km/u kunt u de snelhe ...
Opel Corsa. Handgeschakelde versnellingsbak
Om de achteruit in te schakelen, drukt
u op het koppelingspedaal en dan op
de ontgrendelknop op de keuzehendel
en schakelt u de versnelling in.
Kan de versnelling niet worden ingeschakeld, ...