KIA Rio: Telefoon
AANWIJZING - Telefoon met Bluetooth® (BT) gebruiken
|
Voorzorgsmaatregelen bij het verbinden met Bluetooth®-apparaten
- De auto ondersteunt de volgende
Bluetooth®-functies. Sommige
Bluetooth®-apparaten ondersteunen
mogelijk bepaalde functies niet.
- Bluetooth® handsfreetelefoongesprekken
- Handelingen tijdens het bellen (Privé, Schakelen, Bediening microfoonvolume (uitgangsvolume))
- Gespreksgeschiedenis downloaden die op het Bluetooth®-apparaat is opgeslagen
- Contacten downloaden die op het Bluetooth®-apparaat zijn opgeslagen
- Automatisch contacten/ gespreksgeschiedenis downloaden wanneer de verbinding met Bluetooth® wordt verbroken
- Automatisch verbinden met een Bluetooth®-apparaat wanneer de auto gestart wordt
- Afspelen van audiostreams met Bluetooth®
- Verzeker u er voordat u het audiosysteem met uw apparaat verbindt, van dat uw apparaat Bluetooth® ondersteunt.
- Zelfs als uw apparaat Bluetooth® ondersteunt, kan er geen verbinding gemaakt worden met Bluetooth® zolang de Bluetooth®-functie van het apparaat uitgeschakeld is. Zoek en maak verbinding terwijl de Bluetooth®- functie ingeschakeld is.
- Koppel of verbind Bluetooth®- apparaten met het audiosysteem terwijl de auto stilstaat.
- Als een Bluetooth®-verbinding verloren gaat vanwege ongewone omstandigheden terwijl er een Bluetooth®-apparaat verbonden is (communicatiebereik overschreden, apparaat uitgezet, communicatiefouten, enz.), dan wordt er naar het ontkoppelde Bluetooth®-apparaat gezocht en de verbinding automatisch hersteld.
- Als u de automatischeverbindingsfunctie
van het Bluetooth®-
apparaat wilt uitschakelen, zet u de
Bluetooth®-functie op uw apparaat UIT.
Raadpleeg de gebruikershandleidingen voor de afzonderlijke apparaten om te zien of Bluetooth® ondersteund wordt.
- De kwaliteit van handsfree-gesprekken en het volume kan variëren naar gelang het type Bluetooth®-apparaat.
- Bij sommige Bluetooth®-apparaten valt
geregeld de Bluetooth®-verbinding
weg. Doe in dat geval het volgende.
- Zet de Bluetooth®-functie op uw Bluetooth®-apparaat uit ➟ Zet hem aan en probeer het opnieuw.
- Wis het gekoppelde apparaat zowel uit het audiosysteem als het Bluetooth®-apparaat en koppel ze opnieuw.
- Zet uw Bluetooth®-apparaat uit ➟ Zet het aan en probeer het opnieuw.
- Haal de batterij uit uw Bluetooth®- apparaat; doe hem terug, herstart en probeer verbinding te maken.
- Herstart de auto en probeer opnieuw verbinding te maken
Een Bluetooth®-apparaat koppelen
Informatie over het koppelen van Bluetooth®-apparaten
- Koppelen verwijst naar het koppelen van mobiele telefoons met Bluetooth® of apparaten met het systeem voordat de verbinding tot stand is gebracht. Dit is een noodzakelijke procedure voor zowel Bluetooth®-verbindingen als het gebruik ervan.
- Er kunnen tot vijf apparaten worden gekoppeld.
- Het koppelen van een Bluetooth®- apparaat is niet toegestaan wanneer de auto rijdt.
Het eerste Bluetooth®-apparaat koppelen
Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem of de toets [CALL] (bellen) op de afstandsbediening op het stuurwiel ➟ Zoek vanuit het Bluetooth®- apparaat naar de auto en koppel ➟ Voer het wachtwoord op het Bluetooth®- apparaat in of keur het wachtwoord goed ➟ Bluetooth®-koppeling is voltooid.
- Wanneer u op de toets [PHONE] (telefoon) in het audiosysteem of de toets [CALL] (bellen) op de afstandsbediening op het stuurwiel drukt, verschijnt het volgende scherm. De apparaten kunnen nu worden gekoppeld.
1) Voertuignaam (Apparaatnaam): gezochte naam in Bluetooth®-apparaat.
AANWIJZING
De voertuignaam (apparaatnaam) in
bovenstaande afbeelding is een
voorbeeld.
Raadpleeg uw apparaat voor de werkelijke naam van uw apparaat. |
2.Zoek naar beschikbare Bluetooth®- apparaten in het Bluetooth®-menu van uw Bluetooth®-apparaat (mobiele telefoon, enz.).
3.Bevestig dat de voertuignaam (apparaatnaam) op uw Bluetooth®- apparaat overeenkomt met de voertuignaam (apparaatnaam) die op het audioscherm te zien is en selecteer deze.
4-1. Voor apparaten waarbij een wachtwoord nodig is, verschijnt er op uw Bluetooth®-apparaat een scherm dat om een wachtwoord vraagt.
- Voer het wachtwoord '0000' in op uw Bluetooth®-apparaat.
4-2. Voor apparaten die wachtwoordbevestiging vereisen, verschijnt het volgende scherm op het audiosysteem. Er verschijnt op uw Bluetooth®-apparaat een invoerscherm voor een wachtwoord van 6 cijfers.
- Zodra u hebt bevestigd dat het wachtwoord van 6 cijfers op het audioscherm en het Bluetooth®- apparaat identiek zijn, selecteert u [OK] op uw Bluetooth®-apparaat.
AANWIJZING Het wachtwoord van 6 cijfers in bovenstaande afbeelding is een voorbeeld. Raadpleeg uw auto voor het werkelijke wachtwoord. |
Een tweede Bluetooth®-apparaat koppelen
Druk op de toets [SETUP] (instellen) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Bluetooth] ➟ Selecteer [Connections] (verbindingen) ➟ Selecteer [Add new] (nieuwe toevoegen).
- De koppelingsprocedure is vanaf dit moment identiek aan die voor [Pairing the first Bluetooth device] (het eerste Bluetooth-apparaat koppelen).
AANWIJZING
|
Verbinden met Bluetooth®-apparaten
Als er geen apparaten verbonden zijn
Druk opde toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem of de toets [CALL] (bellen) op de afstandsbediening op het stuurwiel ➟ Lijst van gekoppelde Bluetooth®-apparaten ➟ Selecteer het gewenste Bluetooth®-apparaat uit de lijst ➟ Maak verbinding met Bluetooth®
Als er apparaten verbonden zijn
Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Settings] (instellingen) ➟ Selecteer [Connections] (verbindingen) ➟ Selecteer Bluetooth®- apparaat om te verbinden ➟ Selecteer [Connect] (verbinden) ➟ Maak verbinding met Bluetooth®.
AANWIJZING
|
Telefoongesprekken accepteren/ weigeren
Telefoongesprekken ontvangen met een Bluetooth®-verbinding.
- Naam beller: als het nummer van de beller in je contacten voorkomt, is de betreffende naam te zien.
- Inkomend telefoonnummer: het inkomende telefoonnummer is te zien.
- Accept (accepteren): oproep aannemen.
- Reject (weigeren): oproep weigeren.
AANWIJZING
|
Bediening tijdens het bellen
Inkomende oproep met Bluetooth®- verbinding ➟ Selecteer [Accept] (accepteren).
- Duur van gesprek: weergave van duur van het gesprek.
- Naam beller: als het nummer van de beller in je contacten voorkomt, is de betreffende naam te zien.
- Inkomend telefoonnummer: het inkomende telefoonnummer is te zien.
- Keypad (toetsenpaneel): er wordt een toetsenpaneel met cijfers weergegeven voor het invoeren van een Automatische antwoorddienst.
- Private (privé): oproep wordt doorgestuurd naar een mobiele telefoon.
- Microfoonvolume (uitgangsvolume): pas het uitgaande stemvolume aan.
- End (beëindigen): beëindigt het telefoongesprek.
Favourites (favorieten)
Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Favourites (Favorites)] (favorieten) ➟De Favourites list (lijst met favorieten) wordt weergegeven
- Favourites list (Lijst met favorieten): er wordt een lijst weergegeven van gekoppelde favorieten. Selecteer een gesprek en verbind het.
- Add to Favourites (Toevoegen aan favorieten): voeg een gedownload telefoonnummer aan de favorieten toe.
- Delete (wissen): wis een opgeslagen favoriet.
AANWIJZING
|
Call History (gespreksgeschiedenis)
Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Call history] (gespreksgeschiedenis) ➟ De gespreksgeschiedenis wordt weergegeven
- Gespreksgeschiedenis: geeft het scherm met de gespreksgeschiedenis weer. Selecteer een gesprek en verbind het.
- Sort by (sorteren op): sorteren op alle gesprekken, gedraaide nummers, ontvangen oproepen of gemiste oproepen.
- Download (downloaden): de gespreksgeschiedenis downloaden vanuit verbonden Bluetooth®- apparaten.
AANWIJZING
|
Contacts (contactpersonen)
Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Contacts] (contacten) ➟ Selecteer letter (ABC) ➟ De contacten worden weergegeven
- Contacts (contacten): gedownloade
contacten weergeven.
Selecteer een gesprek en verbind het.
- Download (downloaden): contacten downloaden vanuit verbonden Bluetooth®-apparaten.
AANWIJZING
|
Nummer kiezen
Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Dial] (nummer kiezen)
- Venster Telefoonnummer invoeren: het met het toetsenpaneel ingevoerde telefoonnummer wordt weergegeven.
- Wissen
- Selecteer dit om afzonderlijke cijfers te wissen.
- Houd dit ingedrukt om het hele telefoonnummer te wissen.
- Toetsenpaneel: telefoonnummer invoeren.
- Naam telefoon met Bluetooth®
- De naam van het verbonden Bluetooth®-apparaat wordt weergegeven.
- Contacten die overeenkomen met het/de via het toetsenpaneel ingevoerde nummer/letters worden weergegeven.
- Bellen
- Voer een telefoonnummer in om te bellen en selecteer dit.
- Selecteer zonder een telefoonnummer in te voeren om het laatst gekozen nummer te zien.
Instellingen
Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Settings] (instellingen)
- Raadpleeg voor telefooninstellingen de Instelpagina.
Zie ook:
Toyota Yaris. SRS-airbags
De SRS-airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt
bij bepaalde soorten zware aanrijdingen, die zouden kunnen leiden
tot ernstig letsel voor de inzittenden. Ze werken samen met
de ...
Toyota Yaris. Veilig rijden
Om veilig te kunnen rijden, moet u de stoel in de juiste positie
zetten en de spiegels afstellen voordat u gaat rijden.
De juiste houding achter het stuur
Pas de hoek van de rugleuning
zo ...