Auto's:

KIA Rio: Telefoon - Audio (met touchscreen) - Audiosysteem - KIA Rio - InstructieboekjeKIA Rio: Telefoon

AANWIJZING - Telefoon met Bluetooth® (BT) gebruiken

  • Bluetooth® verwijst naar een draadloze netwerktechnologie voor korte afstanden die gebruikmaakt van een 2,4 GHz frequentie om draadloos verbinding te maken met allerlei apparaten binnen een bepaalde afstand.
  • De technologie wordt gebruikt in pc's, randapparatuur, Bluetooth®- telefoons, tablet-pc's, huishoudelijke apparaten en auto's. Apparaten die Bluetooth® ondersteunen, kunnen op hoge snelheid gegevens uitwisselen zonder fysieke kabelverbindingen.

    Apparaten met o Bluetooth® handsfree bieden eenvoudige toegang tot telefoonfuncties via mobiele telefoon die uitgerust zijn met Bluetooth®.

    Mogelijk worden sommige o Bluetooth®-apparaten niet ondersteund door de Bluetooth® handsfree-functie.

  • Wanneer Bluetooth® aangesloten wordt en er oproepen binnenkomen via een verbonden mobiele telefoon van buiten de auto, dan wordt de oproep doorverbonden via de Bluetooth® handsfree-functie van de auto.
  • Denk eraan de Bluetooth® handsfreefunctie te ontkoppelen via uw Bluetooth®-apparaat of het audioscherm.
  • De Bluetooth® handsfree-functie zorgt dat bestuurders veilig rijden.

    Door een telefoon met Bluetooth® te verbinden met het audiosysteem van de auto, kunt u via het audiosysteem oproepen doen en ontvangen en uw contacten beheren. Raadpleeg vóór gebruik de handleiding.

  • Het overmatig bedienen van knoppen tijdens het rijden maakt het moeilijk om de aandacht op de weg te vestigen, waardoor ongelukken kunnen ontstaan. Gebruik het apparaat niet te vaak tijdens het rijden.
  • Als u lange tijd naar het scherm kijkt, neemt de kans op ongelukken toe.

    Beperk de tijd dat u naar het scherm kijkt tot een minimum.

Voorzorgsmaatregelen bij het verbinden met Bluetooth®-apparaten

Een Bluetooth®-apparaat koppelen

Informatie over het koppelen van Bluetooth®-apparaten

Het eerste Bluetooth®-apparaat koppelen

Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem of de toets [CALL] (bellen) op de afstandsbediening op het stuurwiel ➟ Zoek vanuit het Bluetooth®- apparaat naar de auto en koppel ➟ Voer het wachtwoord op het Bluetooth®- apparaat in of keur het wachtwoord goed ➟ Bluetooth®-koppeling is voltooid.

  1. Wanneer u op de toets [PHONE] (telefoon) in het audiosysteem of de toets [CALL] (bellen) op de afstandsbediening op het stuurwiel drukt, verschijnt het volgende scherm. De apparaten kunnen nu worden gekoppeld.

Audio (met touchscreen)

1) Voertuignaam (Apparaatnaam): gezochte naam in Bluetooth®-apparaat.

AANWIJZING De voertuignaam (apparaatnaam) in bovenstaande afbeelding is een voorbeeld.

Raadpleeg uw apparaat voor de werkelijke naam van uw apparaat.

2.Zoek naar beschikbare Bluetooth®- apparaten in het Bluetooth®-menu van uw Bluetooth®-apparaat (mobiele telefoon, enz.).

3.Bevestig dat de voertuignaam (apparaatnaam) op uw Bluetooth®- apparaat overeenkomt met de voertuignaam (apparaatnaam) die op het audioscherm te zien is en selecteer deze.

4-1. Voor apparaten waarbij een wachtwoord nodig is, verschijnt er op uw Bluetooth®-apparaat een scherm dat om een wachtwoord vraagt.

- Voer het wachtwoord '0000' in op uw Bluetooth®-apparaat.

Audio (met touchscreen)

4-2. Voor apparaten die wachtwoordbevestiging vereisen, verschijnt het volgende scherm op het audiosysteem. Er verschijnt op uw Bluetooth®-apparaat een invoerscherm voor een wachtwoord van 6 cijfers.

- Zodra u hebt bevestigd dat het wachtwoord van 6 cijfers op het audioscherm en het Bluetooth®- apparaat identiek zijn, selecteert u [OK] op uw Bluetooth®-apparaat.

AANWIJZING Het wachtwoord van 6 cijfers in bovenstaande afbeelding is een voorbeeld. Raadpleeg uw auto voor het werkelijke wachtwoord.

Een tweede Bluetooth®-apparaat koppelen

Druk op de toets [SETUP] (instellen) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Bluetooth] ➟ Selecteer [Connections] (verbindingen) ➟ Selecteer [Add new] (nieuwe toevoegen).

Audio (met touchscreen)

AANWIJZING

  • De Bluetooth®-standbymodus duurt drie minuten. Als er binnen die drie minuten geen apparaat wordt gekoppeld, wordt de koppeling geannuleerd. Begin opnieuw.
  • Bij de meeste Bluetooth®-apparaten wordt er na het koppelen automatisch verbinding gemaakt. Bij sommige apparaten is het echter nodig om apart te bevestigen om na het koppelen verbinding te maken. Kijk na het koppelen op uw Bluetooth®-apparaat of het inderdaad verbonden is.

Verbinden met Bluetooth®-apparaten

Als er geen apparaten verbonden zijn

Druk opde toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem of de toets [CALL] (bellen) op de afstandsbediening op het stuurwiel ➟ Lijst van gekoppelde Bluetooth®-apparaten ➟ Selecteer het gewenste Bluetooth®-apparaat uit de lijst ➟ Maak verbinding met Bluetooth®

Audio (met touchscreen)

Als er apparaten verbonden zijn

Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Settings] (instellingen) ➟ Selecteer [Connections] (verbindingen) ➟ Selecteer Bluetooth®- apparaat om te verbinden ➟ Selecteer [Connect] (verbinden) ➟ Maak verbinding met Bluetooth®.

Audio (met touchscreen)

AANWIJZING

  • Er kan slechts één Bluetooth®- apparaat per keer worden verbonden.
  • Wanneer een Bluetooth®-apparaat verbonden wordt, kunnen er geen andere apparaten worden gekoppeld.

Telefoongesprekken accepteren/ weigeren

Telefoongesprekken ontvangen met een Bluetooth®-verbinding.

Audio (met touchscreen)

  1. Naam beller: als het nummer van de beller in je contacten voorkomt, is de betreffende naam te zien.
  2. Inkomend telefoonnummer: het inkomende telefoonnummer is te zien.
  3. Accept (accepteren): oproep aannemen.
  4. Reject (weigeren): oproep weigeren.

AANWIJZING

  • Wanneer het scherm van de inkomende oproep te zien is, kunnen de audiomodus en het instellingenscherm niet worden weergegeven.

    Alleen de belvolumeregeling wordt ondersteund.

  • Sommige Bluetooth®-apparaten ondersteunen de functie oproep weigeren niet.
  • Sommige Bluetooth®-apparaten ondersteunen de functie telefoonnummer weergeven niet.

Bediening tijdens het bellen

Inkomende oproep met Bluetooth®- verbinding ➟ Selecteer [Accept] (accepteren).

Audio (met touchscreen)

  1. Duur van gesprek: weergave van duur van het gesprek.
  2. Naam beller: als het nummer van de beller in je contacten voorkomt, is de betreffende naam te zien.
  3. Inkomend telefoonnummer: het inkomende telefoonnummer is te zien.
  4. Keypad (toetsenpaneel): er wordt een toetsenpaneel met cijfers weergegeven voor het invoeren van een Automatische antwoorddienst.
  5. Private (privé): oproep wordt doorgestuurd naar een mobiele telefoon.
  6. Microfoonvolume (uitgangsvolume): pas het uitgaande stemvolume aan.
  7. End (beëindigen): beëindigt het telefoongesprek.

Favourites (favorieten)

Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Favourites (Favorites)] (favorieten) ➟De Favourites list (lijst met favorieten) wordt weergegeven

Audio (met touchscreen)

  1. Favourites list (Lijst met favorieten): er wordt een lijst weergegeven van gekoppelde favorieten. Selecteer een gesprek en verbind het.
  2. Add to Favourites (Toevoegen aan favorieten): voeg een gedownload telefoonnummer aan de favorieten toe.
  3. Delete (wissen): wis een opgeslagen favoriet.

AANWIJZING

  • Voor elk gekoppeld Bluetooth®- apparaat kunnen tot 20 favorieten worden gekoppeld.
  • U krijgt toegang tot Favourites (favorieten) zodra het Bluetooth®- apparaat verbinding maakt van waaruit ze gekoppeld zijn.
  • Het audiosysteem downloadt geen favorieten vanuit Bluetooth®- apparaten. Favorieten moeten voor gebruik als nieuw worden opgeslagen.
  • Om contacten aan favorieten toe te voegen, moeten ze eerst worden gedownload.
  • Opgeslagen favorieten worden niet bijgewerkt zelfs terwijl de contacten van het verbonden Bluetooth®- apparaat gewijzigd worden. In dat geval moeten de favorieten opnieuw worden gewist en toegevoegd.

Call History (gespreksgeschiedenis)

Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Call history] (gespreksgeschiedenis) ➟ De gespreksgeschiedenis wordt weergegeven

Audio (met touchscreen)

  1. Gespreksgeschiedenis: geeft het scherm met de gespreksgeschiedenis weer. Selecteer een gesprek en verbind het.
  2. Sort by (sorteren op): sorteren op alle gesprekken, gedraaide nummers, ontvangen oproepen of gemiste oproepen.
  3. Download (downloaden): de gespreksgeschiedenis downloaden vanuit verbonden Bluetooth®- apparaten.

AANWIJZING

  • Er kunnen tot 50 gedraaide nummers en ontvangen en gemiste oproepen worden opgeslagen.
  • Wanneer de nieuwste gespreksgeschiedenis ontvangen wordt, wordt de bestaande gespreksgeschiedenis gewist.

Contacts (contactpersonen)

Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Contacts] (contacten) ➟ Selecteer letter (ABC) ➟ De contacten worden weergegeven

Audio (met touchscreen)

  1. Contacts (contacten): gedownloade contacten weergeven.

    Selecteer een gesprek en verbind het.

  2. Download (downloaden): contacten downloaden vanuit verbonden Bluetooth®-apparaten.

AANWIJZING

  • Er tot 2000 contacten worden opgeslagen.
  • In sommige gevallen is een aanvullende bevestiging vanuit uw Bluetooth®-apparaat nodig wanneer u contacten downloadt. Raadpleeg als het downloaden van contacten mislukt de instellingen van uw Bluetooth®- apparaat of het audioscherm om de download goed te keuren.
  • Contacten zonder telefoonnummers worden niet weergegeven.

Nummer kiezen

Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Dial] (nummer kiezen)

Audio (met touchscreen)

  1. Venster Telefoonnummer invoeren: het met het toetsenpaneel ingevoerde telefoonnummer wordt weergegeven.
  2. Wissen
    • Selecteer dit om afzonderlijke cijfers te wissen.
    • Houd dit ingedrukt om het hele telefoonnummer te wissen.
  3. Toetsenpaneel: telefoonnummer invoeren.
  4. Naam telefoon met Bluetooth®
    • De naam van het verbonden Bluetooth®-apparaat wordt weergegeven.
    • Contacten die overeenkomen met het/de via het toetsenpaneel ingevoerde nummer/letters worden weergegeven.
  5. Bellen
    • Voer een telefoonnummer in om te bellen en selecteer dit.
    • Selecteer zonder een telefoonnummer in te voeren om het laatst gekozen nummer te zien.

Instellingen

Druk op de toets [PHONE] (telefoon) op het audiosysteem ➟ Selecteer [Settings] (instellingen)

Zie ook:

Toyota Yaris. SRS-airbags
De SRS-airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt bij bepaalde soorten zware aanrijdingen, die zouden kunnen leiden tot ernstig letsel voor de inzittenden. Ze werken samen met de ...

Toyota Yaris. Veilig rijden
Om veilig te kunnen rijden, moet u de stoel in de juiste positie zetten en de spiegels afstellen voordat u gaat rijden. De juiste houding achter het stuur Pas de hoek van de rugleuning zo ...

Auto's: