Auto's:

Opel Corsa: Opbergruimten - Opbergen - Opel Corsa - InstructieboekjeOpel Corsa: Opbergruimten

Opbergvakken

Waarschuwing Berg geen zware of scherpe objecten in de opbergruimten op.

Anders kan de klep van de opbergruimte open gaan en kunnen de inzittenden bij krachtig remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslingerende voorwerpen oplopen.

Handschoenenkastje

Opbergruimten

Open de klep van het handschoenenkastje door aan de hendel te trekken.

Het handschoenenkastje is uitgevoerd met een muntenbakje en een adapter voor de wielborgbouten.

Het handschoenenkastje tijdens het rijden gesloten houden.

Bekerhouders

Opbergruimten

De bekerhouders zitten in de middenconsole.

Opbergruimten

Opbergruimten

In de portiervakken in de portieren kunt u flessen opbergen.

Opbergruimten

In de zijpanelen achter zitten extra fleshouders.

Flexibele bekerhouderband

Opbergruimten

In het opbergvak vóór de keuzehendel bevindt zich een beweegbare rubberen band. Trek de band eruit om een beker of asbak vast te zetten.

Opbergruimte voor

Opbergruimten

Opbergruimten bevinden zich onder de lichtschakelaar, in de middenconsole, in de portiervakken en in de zijpanelen bij de achterbank.

Opbergvak onder passagiersstoel

Opbergruimten

Opbergvak aan handgreepuitsparing optillen en uittrekken. Maximale belasting: 1,5 kg. Om te sluiten, induwen en vastklikken.

Draagsysteem achterzijde

Opbergruimten

Met het draagsysteem aan de achterzijde (Flex-Fix-systeem) kunnen fietsen worden vastgezet op een uitschuifbare drager die geïntegreerd is in de vloer van de auto. Het transporteren van andere voorwerpen is niet toegestaan.

De maximale belading van het draagsysteem achterzijde iskg. De maximale belading per fiets iskg.

De wielbasis van een fiets mag niet meer dan 1,2 m zijn. Anders kan de betreffende fiets niet veilig worden vastgezet.

Het niet-gebruikte draagsysteem achterzijde kan terug in de bodemplaat worden geschoven.

Op de fietsen mogen zich geen voorwerpen bevinden die tijdens het transport kunnen loskomen.

Voorzichtig Plaats geen fietsen met carbon pedaalkrukken op fietsendragers.

De fietsen kunnen beschadigd raken.

Let op

De achterlichten van de auto worden gedeactiveerd als de achterlichten van het draagsysteem achterzijde worden aangesloten.

Uitschuiven

Achterklep openen.

Waarschuwing Omstanders uit het uitschuifgebied van het Flex-Fix draagsysteem halen, gevaar voor letsel.

Opbergruimten

Ontgrendelingshendel omhoogtrekken.

Het systeem komt los en verplaatst zich snel uit de bumper.

Opbergruimten

Het draagsysteem er volledig uittrekken totdat het hoorbaar vastklikt.

Controleren of het draagsysteem niet naar binnen kan worden geschoven zonder opnieuw aan de ontgrendelingshendel te trekken.

Waarschuwing Het is alleen toegestaan voorwerpen op het Flex-Fix draagsysteem te vervoeren, als het systeem op de juiste manier uitgeschoven is.

Als het Flex-Fix draagsysteem niet goed uitgeschoven kan worden, breng dan geen voorwerpen op het systeem aan en schuif het weer in. De hulp van een werkplaats inroepen.

Achterlichten aanbrengen

Opbergruimten

Eerst het achterste (1), vervolgens het voorste (2) achterlicht uit de uitsparingen nemen.

Opbergruimten

Open de lampsteun aan de achterkant van het achterlicht volledig tot deze loskomt.

Opbergruimten

Druk de klemhendel naar onder en druk de lampsteun in de houder tot hij loskomt.

Deze procedure voor beide achterlichten uitvoeren.

Opbergruimten

De kabel- en lamppositie controleren om er zeker van te zijn dat deze goed zijn aangebracht en stevig vastzitten.

Draagsysteem achteraan vergrendelen

Opbergruimten

Draai de linker klemhendel (1) eerst, vervolgens de rechter klemhendel (2) tot ze stoppen. Beide spanhefbomen moeten naar achteren gericht zijn. Zo niet, is geen veilige werking gewaarborgd.

Let op

Achterklep sluiten.

Crankhouders uitklappen

Opbergruimten

Een of beide crankhouders omhoogklappen totdat de diagonale steun vastklikt.

Opbergruimten

Crankbevestigingen uit de crankhouders verwijderen.

Draagsysteem achteraan aan een fiets aanpassen

Opbergruimten

Ontgrendelingshendel indrukken en wielhouders er uittrekken.

Opbergruimten

Ontgrendelingshendel aan de spanband indrukken en spanband er uittrekken.

Fiets voor bevestiging voorbereiden

Opbergruimten

Let op

De maximale breedte voor het pedaal is 38,3 mm en de maximale diepte is 14,4 mm.

Linker crank (zonder kettingblad) verticaal omlaagdraaien. Het pedaal van de linker crank moet horizontaal staan.

De voorste fiets moet met het voorwiel naar links staan.

De achterste fiets moet met het voorwiel naar rechts staan.

Fiets aan het draagsysteem achteraan bevestigen

Opbergruimten

De verstelbare crankunit met de draaigreep op de crankhouder ruwweg aan de kraag van de crank aanpassen.

Als de fiets rechte cranks heeft, de crankunit volledig uitdraaien (stand 5).

Opbergruimten

Als de fiets gebogen cranks heeft, de crankunit volledig indraaien (stand1).

Opbergruimten

Zet de fiets op het draagsysteem achteraan. Hierbij moet het crankstel van de pedalen zoals op de afbeelding in de schacht van de crankhouder worden geplaatst.

Voorzichtig Zorg ervoor dat het pedaal het oppervlak van het fietsenrek niet raakt. Anders zou de onderste krukas tijdens het vervoer beschadigd kunnen raken.

Opbergruimten

Plaats de cranksteun van bovenaf in de buitenste rail van elke crankuitsparing en duw de steun minstens tot onder de karteling omlaag.

Opbergruimten

Crank bevestigen door aan de klemschroef op de crankbevestiging te draaien.

Opbergruimten

Plaats de wieluitsparingen zodanig dat de fiets grofweg horizontaal staat.

Daarbij moet de afstand tussen de pedalen en de achterklep minstenscm bedragen.

Beide fietsbanden moeten in de wielhouders zitten.

Voorzichtig Zorg dat de wieluitsparingen zo ver als noodzakelijk uitgetrokken zijn om beide fietsbanden in de uitsparingen te laten vallen.

Anders wordt horizontaal monteren van de fiets niet gewaarborgd. Het negeren hiervan kan leiden tot schade aan de fietswielen als gevolg van hete uitlaatgassen.

Opbergruimten

Fiets in de lengterichting van de auto uitlijnen: Crankbevestiging iets losdraaien.

Fiets verticaal plaatsen met behulp van de draaigreep op de crankhouder.

Wanneer de twee fietsen elkaar in de weg staan, kan de onderlinge plaatsing van de fietsen worden aangepast door de wielhouders en de draaigreep op de crankhouder bij te stellen totdat de fietsen elkaar niet meer raken. Zorg daarbij voor voldoende tussenruimte tot de auto.

Opbergruimten

Klemschroef op de crankbevestiging handmatig maximaal vastdraaien.

Beide fietswielen met spanbanden aan wielhouders vastmaken.

Controleren of fiets goed vastzit.

Voorzichtig Zorg dat de ruimte tussen de fiets en de auto minstenscm is.

Stuurstang zo nodig losdraaien en opzij zwenken.

De instellingen voor de wielhouders en de draaigreep van de crankhouder moeten voor elke fiets worden genoteerd en bewaard. Een correcte voorinstelling vergemakkelijkt het opnieuw aanbrengen van de fiets.

Let op

Er wordt aangeraden om een waarschuwing bij de achterste fiets te bevestigen voor beter zicht.

Fiets van het draagsysteem achteraan verwijderen

Opbergruimten

Spanbanden van beide fietswielen losmaken.

Fiets vasthouden, de klemschroef op de crankbevestiging losdraaien, de crankbevestiging optillen en verwijderen.

Draagsysteem achteraan inschuiven

Opbergruimten

Druk de houders van de pedaalcrank in de uitsparing van de pedaalcrank zoals op de afbeelding wordt getoond.

Opbergruimten

Spanband erin steken en zo ver mogelijk stevig omlaagtrekken.

Opbergruimten

Ontgrendelingshendel indrukken en wielhouders er volledig tot aan de aanslag inschuiven.

Opbergruimten

De vergrendelingshendel aan de diagonale steun losmaken en beide crankhouders inklappen.

Waarschuwing Gevaar voor beknelling.

Opbergruimten

Eerst rechter spanhendel (1), vervolgens linker spanhendel (2) naar voren draaien totdat ze in hun houders kunnen vastklikken.

Opbergruimten

Spanhendel omlaagduwen en beide lampsteunen uit de houders trekken.

Opbergruimten

Klap de lampsteunen aan de achterkant van de achterlichten in.

Plaats eerst het voorste (1), en daarna het achterste achterlicht (2) in de uitsparingen en duw ze zo ver mogelijk omlaag. Kabels volledig in alle geleiders duwen om schade te voorkomen.

Achterklep openen.

Opbergruimten

Ontgrendelingshendel omhoogduwen en vasthouden. Het systeem een beetje heffen en in de bumper duwen tot het vastzit.

Ontgrendelingshendel moet naar uitgangspositie terugkeren.

Waarschuwing De hulp van een werkplaats inroepen, als het systeem niet goed kan worden uitgeschoven.
Zie ook:

Mazda 2. Waarschuwingslampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden. Signaal Waarschuwing Remsysteemwa ...

Peugeot 208. Verbinding voor online navigatie
Om veiligheidsredenen is het gebruik van een smartphone tijdens het rijden verboden. Het gebruik van de smartphone vraagt namelijk veel aandacht van de bestuurder. De handelingen moeten dan ook ...

Auto's: