Auto's:

Opel Corsa: Airconditioning - Klimaatregelsystemen - Klimaatregeling - Opel Corsa - InstructieboekjeOpel Corsa: Airconditioning

Klimaatregelsystemen

Bedieningsorganen voor:

: koeling

: Luchtrecirculatie

: verwarmbare achterruit

Verwarmde voorruit.

Verwarmde stoelen .

Verwarmd stuurwiel .

Temperatuur

Rood : warm

Blauw : koud

De verwarming werkt pas optimaal als de motor de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt.

Luchtdebiet

Luchtdebiet instellen door de ventilatorknop in de gewenste stand te zetten.

Luchtverdeling

: naar de hoofdruimte

: naar de hoofd- en voetenruimte

: naar de voetenruimte en voorruit

: naar de voorruit, de voorste zijruiten en de voetenruimte

: naar de voorruit en de voorportierruiten (de airco werkt op de achtergrond om te voorkomen dat de ruiten beslaan)

Tussenstanden zijn mogelijk.

Koeling

Klimaatregelsystemen

Druk op om naar koeling om te schakelen. De LED in de knop brandt om activering aan te geven. Koeling werkt alleen bij een draaiende motor en ingeschakelde ventilator van de klimaatregeling.

Druk opnieuw op om koeling uit te schakelen.

De airconditioning koelt en ontvochtigt (droogt) de lucht wanneer de buitentemperatuur iets boven het vriespunt ligt. Er kan zich dan condens vormen en onder de auto op de grond druppelen.

Als geen koeling of droging gewenst is, moet u omwille van het brandstofverbruik de koeling uitschakelen.

Geactiveerde koeling kan een Autostop verhinderen.

Stop-startsysteem.

Luchtrecirculatiesysteem

Luchtrecirculatiemodus met inschakelen. De LED in de knop brandt om activering aan te geven.

Luchtrecirculatiemodus weer met uitschakelen.

Waarschuwing Als het luchtrecirculatiesysteem is ingeschakeld, vermindert de luchtverversing.

Bij het gebruik zonder koeling neemt de luchtvochtigheid toe waardoor de ruiten van binnenuit kunnen aandampen. De kwaliteit van de binnenlucht neemt na verloop van tijd af, wat tot vermoeidheidsverschijnselen bij de inzittenden kan leiden

Wanneer de omgevingslucht warm en zeer vochtig is, kan de voorruit aan de buitenkant aandampen wanneer er koude lucht naartoe stroomt. Als de voorruit aan de buitenkant aandampt, moet u de ruitenwisser aanzetten en uitzetten.

Maximale koeling

Ruiten kortstondig openen zodat de warme lucht snel kan ontsnappen.

Klimaatregelsystemen

Ruiten ontwasemen en ontdooien

Let op

Bij het selecteren van de luchtverdelingsmodus bij een draaiende motor wordt een Autostop geblokkeerd totdat er een andere luchtverdeling wordt geselecteerd.

Bij het selecteren van de luchtverdelingsmodus terwijl de motor in een Autostop is, zal de motor automatisch herstarten.

Stop-startsysteem.

Elektronisch klimaatregelsysteem

Klimaatregelsystemen

Bedieningsorganen voor:

: koeling

AUTO : automatische modus

: handmatig bediende luchtrecirculatie

: ontwasemen en ontdooien

: verwarmbare achterruit

Verwarmde voorruit.

Verwarmde stoelen .

Verwarmd stuurwiel .

In de automatische modus worden temperatuur, luchtdebiet en luchtverdeling automatisch geregeld.

Klimaatregelsystemen

Instellingen van de klimaatregeling verschijnen op het infodisplay. Wijzigingen in instellingen verschijnen kortstondig over het momenteel weergegeven menu heen.

De elektronische klimaatregeling (ECC) werkt alleen optimaal bij een draaiende motor.

Automatische modus AUTO

Klimaatregelsystemen

Basisinstelling voor maximaal comfort:

Temperatuur selecteren

Stel de temperatuur in door de middelste draaiknop op de gewenste waarde te zetten. Dit wordt aangegeven op het schermpje in de schakelaar.

Voor maximaal comfort de temperatuur slechts in kleine stappen wijzigen.

Klimaatregelsystemen

Als de minimumtemperatuur Lo is ingesteld, levert de klimaatregeling maximale koeling, als de koeling wordt ingeschakeld.

Wanneer u de maximumtemperatuur Hi instelt, zorgt het klimaatregelsysteem voor een maximale verwarming.

Let op

Als wordt ingeschakeld, kan door het verlagen van de ingestelde temperatuur de motor vanuit een Autostop opnieuw worden gestart of een Autostop worden belemmerd.

Stop-startsysteem.

Ruiten ontwasemen en ontdooien

U kunt de instelling van de automatische achterruitverwarming wijzigen op het Info-display. Persoonlijke instellingen.

Let op

Als wordt ingedrukt terwijl de motor loopt, wordt een Autostop verhinderd totdat er opnieuw op wordt gedrukt.

Als wordt ingedrukt terwijl de aanjager ingeschakeld is en de motor loopt, wordt een Autostop verhinderd totdat er opnieuw op wordt gedrukt of totdat de aanjager uitgeschakeld wordt.

Als wordt ingedrukt terwijl de motor in een Autostop is, zal de motor automatisch herstarten.

Als wordt ingedrukt terwijl de aanjager ingeschakeld is en de motor in een Autostop is, zal de motor automatisch herstarten.

Stop-startsysteem.

Handmatige instellingen

U kunt de instellingen van het klimaatregelsysteem als volgt met de toetsen en draaiknoppen veranderen.

Wanneer u een instelling verandert, wordt Automatische modus gedeactiveerd.

Luchtdebiet

Klimaatregelsystemen

Draai aan de linker draaiknop voor een hoger of lager luchtdebiet. Het luchtdebiet wordt weergegeven op het Info-Display.

Knop naar draaien: ventilator en koeling worden uitgeschakeld.

Automatische modus opnieuw inschakelen: AUTO indrukken.

Luchtverdeling

Klimaatregelsystemen

Draai aan de rechter draaiknop voor de gewenste aanpassing. De instelling wordt weergegeven op het Info-Display.

: naar de voetenruimte en voorruit

: naar de voorruit, de voorste zijruiten en de voetenruimte

: naar de voorruit en de voorportierruiten (de airco werkt op de achtergrond om te voorkomen dat de ruiten beslaan)

: naar hoofdhoogte via de verstelbare luchtroosters

: naar de hoofd- en voetenruimte

Automatische modus opnieuw inschakelen: AUTO indrukken.

Koeling

Klimaatregelsystemen

Druk op om naar koeling om te schakelen. De LED in de knop brandt om activering aan te geven. Koeling werkt alleen bij een draaiende motor en ingeschakelde ventilator van de klimaatregeling.

Druk opnieuw op om koeling uit te schakelen.

De airconditioning koelt en ontvochtigt (droogt) de lucht wanneer de buitentemperatuur iets boven het vriespunt ligt. Er kan zich dan condens vormen en onder de auto op de grond druppelen.

Als geen koeling of droging gewenst is, moet u omwille van het brandstofverbruik de koeling uitschakelen.

Wanneer het koelsysteem wordt uitgeschakeld, vereist de klimaatregeling niet dat de motor wordt herstart tijdens een Autostop. Uitzondering: ruitontdooiing werkt en buitentemperatuur boven°C vraagt om opnieuw starten.

Stop-startsysteem.

De status van de werking van de koeling wordt weergegeven op het Info-Display.

U kunt de werking van de koeling na het starten van de motor in- of uitschakelen op het Info-display.

Persoonlijke instellingen.

Luchtrecirculatiemodus

Luchtrecirculatiemodus met inschakelen. De LED in de knop brandt om activering aan te geven.

Luchtrecirculatiemodus weer met uitschakelen.

Waarschuwing Als het luchtrecirculatiesysteem is ingeschakeld, vermindert de luchtverversing.

Bij het gebruik zonder koeling neemt de luchtvochtigheid toe waardoor de ruiten van binnenuit kunnen aandampen. De kwaliteit van de binnenlucht neemt na verloop van tijd af, wat tot vermoeidheidsverschijnselen bij de inzittenden kan leiden.

Wanneer de omgevingslucht warm en zeer vochtig is, kan de voorruit aan de buitenkant beslaan wanneer er koude lucht tegenaan stroomt. Als de voorruit aan de buitenkant beslaat, activeert u de ruitenwisser en schakelt u uit.

Basisinstellingen

Sommige instellingen kunt u veranderen op het Info-Display. Persoonlijke instellingen.

Zie ook:

KIA Rio. Ruitensproeiervloeistof
Ruitensproeiervloeistofniveau controleren Het reservoir is transparant, zodat het niveau snel visueel kan worden gecontroleerd. Als u geen ruitensproeiervloeistof bij de hand heeft, kunt u ...

Opel Corsa. Tanken
Gevaar Schakel het contact en externe verwarmingen met verbrandingskamers uit alvorens te beginnen met tanken. Volg de bedienings- en veiligheidsinstructies van het t ...

Auto's: