KIA Rio: LCD-vensters
Overzicht
LCD-vensters geven de bestuurder de volgende uiteenlopende informatie.
- Ritinformatie
- Lcd-standen
- Waarschuwingsmeldingen
Ritinformatie (boordcomputer)
De boordcomputer is een microcomputergestuurd informatiesysteem dat belangrijke rij-informatie weergeeft.
AANWIJZING Bepaalde informatie die wordt opgeslagen in de boordcomputer, verdwijnt als de accu wordt losgenomen (bijvoorbeeld de gemiddelde voertuigsnelheid). |
Dagtellermodi
- Voor instrumentenpaneel type A, B
Druk de toets "TRIP" in om de modus van de boordcomputer te wijzigen.
- Voor instrumentenpaneel type C, D
Draai aan de scrollschakelaar MOVE ( / ) om de modus van de tripcomputer te wijzigen.
Trip A/B (voor instrumentenpaneel type A, B)
Dagteller (1)
- De dagteller geeft de totale afgelegde
afstand sinds de laatste keer op nul
zetten.
- Afstandsbereik: 0 ~ 1599999 km of 0 ~ 999999 mi
- Om de dagteller te resetten, houdt u de RESET-knop op het stuurwiel langer dan 1 seconde ingedrukt terwijl de dagteller wordt weergegeven.
Verstreken tijd (2)
- De verstreken tijd is de totale rijtijd
sinds de laatste keer op nul zetten.
- Tijdbereik: (uu:mm): 00:00 ~ 99:5
- Om de verstreken tijd te resetten, houdt u de RESET-knop op het stuurwiel langer dan 1 seconde ingedrukt terwijl de verstreken tijd wordt weergegeven.
AANWIJZING Zolang de motor draait, blijft de verstreken tijd doorlopen, ook als de auto stilstaat. |
Gemiddelde rijsnelheid (3)
- De gemiddelde rijsnelheid wordt
berekend op basis van de totale
rijafstand en de gereden tijd sinds de
laatste keer op nul zetten.
- Snelheidsbereik: 0 ~ 250 km/h of mph
- Om de gemiddelde rijsnelheid te resetten, houdt u de RESET-knop op het stuurwiel langer dan 1 seconde ingedrukt terwijl de gemiddelde rijsnelheid wordt weergegeven.
AANWIJZING
|
Brandstofverbruik
Actieradius (1)
- De actieradius is de geschatte afstand
die het voertuig met de resterende
brandstof kan afleggen.
- Het bereik van de weergave rijafstand loopt van 1 tot 9.999 km.
- Als de geschatte afstand minder dan 1 km is, dan geeft het scherm "---" weer bij de actieradius.
AANWIJZING
|
Gemiddeld brandstofverbruik (2)
- Het gemiddelde brandstofverbruik
wordt berekend aan de hand van de
totale rijafstand en het
brandstofverbruik vanaf het moment
dat het gemiddelde brandstofverbruik
voor het laatst werd gereset.
- Bereik van weergave brandstofverbruik: 0 ~ 99,9 km/l, l/100 km of MPG
- Het gemiddelde brandstofverbruik kan zowel handmatig als automatisch gereset worden.
Handmatig resetten
Om het gemiddelde brandstofverbruik handmatig te wissen, drukt u wanneer het gemiddelde brandstofverbruik wordt weergegeven langer dan 1 seconde op de toets RESET (voor instrumentenpaneel type A, B) of OK (voor instrumentenpaneel type C, D) (resetten) op het stuurwiel.
Automatisch resetten (voor instrumentenpaneel type C, D)
Om bij het tanken het gemiddelde brandstofverbruik automatisch te resetten, selecteert u in het menu "User Settings" (gebruikersinstellingen) van de lcdvensters de modus "Fuel economy auto reset" (brandstofverbruik automatisch resetten). (Zie "LCD-vensters".)
- OFF - U kunt de standaardwaarde handmatig instellen met de resettoets van de tripschakelaar.
- Tijdens het rijden - Het voertuig stelt automatisch de standaardwaarde in zodra het contact meer dan 4 uur in OFF staat.
- Bij een tankbeurt - Bij het tanken van meer dan 6 liter en een snelheid van meer dan 1 km/u herstelt het voertuig automatisch de standaardwaarde.
AANWIJZING Het gemiddelde brandstofverbruik kan niet nauwkeurig worden berekend - en wordt daarom niet weergegeven - als de auto korter dan 10 seconden of minder dan 50 meter rijdt nadat het contactslot of de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand ON is gezet. |
Actueel brandstofverbruik (3)
- Deze modus geeft bij een rijsnelheid
van ten minste 10 km/h het
brandstofverbruik over de laatste paar
seconden weer.
- Bereik van weergave brandstofverbruik: 0,0 ~ 30 km/l, l/100 km of 0,0 ~ 50,0 MPG
Digitale snelheidsmeter
In deze modus wordt de huidige snelheid van de auto weergegeven.
LCD-standen (voor instrumentenpaneel type C, D)
(1) Modus van de boordcomputer
Deze modus geeft ritinformatie weer, zoals de dagteller en het brandstofverbruik.
Zie "Boordcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
2) Assistentiemodus
- : In deze modus wordt de status van het Lane Departure Warning-systeem (LDWS) en de bandenspanning weergegeven.
- : In deze modus wordt de status van de bandenspanning weergegeven.
(3) Gebruikersinstellingen In deze modus kunt u de instellingen van de portieren, verlichting e.d. wijzigen.
4) Hoofdwaarschuwingsmodus Deze stand geeft waarschuwingsberichten met betrekking tot een storing in het TPMS, lage spanning (indien van toepassing) of laag motoroliepeil (indien van toepassing) of een fout in het Autonomous Emergency Braking-systeem (autonome noodrem) (indien van toepassing)
❈ Raadpleeg voor het bedienen van de lcd-standen "Bediening lcd-vensters" in dit hoofdstuk.
LDWS-modus (Lane Departure Warning-systeem)
In deze modus wordt de status van het Lane Departure Warning-systeem (LDWS) weergegeven.
❈ Zie "Lane Departure Warning-systeem (LDWS)" in hoofdstuk 6 voor meer informatie.
Servicemodus
Onderhoud over
In deze modus wordt berekend en aangegeven wanneer uw auto weer aan periodiek onderhoud toe is (in kilometers of in dagen).
Als het resterend aantal kilometers of dagen 1500 km of 30 dagen bereikt, verschijnt de mededeling "Onderhoud over" gedurende enkele seconden als u het contact of de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ON zet.
Onderhoud vereist
Als u geen onderhoud aan uw voertuig laat uitvoeren volgens het ingevoerde onderhoudsinterval, zal het bericht "Onderhoud vereist" gedurende enkele seconden worden weergegeven telkens als u het contact of de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ON zet.
Om het onderhoudsinterval te resetten naar de afstand en dagen die u eerder hebt ingevoerd:
- Houd de toets RESET langer dan 1 seconde ingedrukt. (voor instrumentenpaneel type A, B)
- Houd de toets OK (resetten) langer dan 1 seconde ingedrukt. (voor instrumentenpaneel type C, D)
AANWIJZING Als een van onderstaande gebeurtenissen zich voordoet, kunnen afstand en dagen incorrect worden weergegeven.
|
Gebruikersinstellingen (voor instrumentenpaneel type C, D)
In deze modus kunt u de instellingen van de portieren, verlichting e.d. wijzigen.
WAARSCHUWING Pas de gebruikersinstelling niet aan tijdens het rijden. Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen waardoor ongevallen en letsel veroorzaakt kunnen worden. |
Driving Assist (rijassistentie) (indien van toepassing)
- AEB (Autonomous Emergency Braking, autonome noodrem) (indien van toepassing): Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de AEBfunctie ingeschakeld.
❈ Zie "Autonomous Emergency Braking (AEB, autonome noodrem)" in hoofdstuk 6 voor meer informatie.
- FCW (Forward Collosion Warning,
frontale botsingswaarschuwing)
(indien van toepassing): Stel de
gevoeligheid in van de frontale
botsingswaarschuwing.
- Laat/Normaal/Vroeg
❈ Zie "Autonomous Emergency Braking (AEB, autonome noodrem)" in hoofdstuk 6 voor meer informatie.
Portier
- Automatisch vergrendelen
- Off (uit): de centrale vergrendeling wordt uitgeschakeld.
- Inschakelen tijdens rijden: alle portieren worden automatisch vergrendeld als het voertuig sneller dan 15 km/u rijdt.
- Inschakelen bij schakelen: alle portieren worden automatisch vergrendeld wanneer de selectiehendel van de automatische transmissie vanuit stand P (Parkeren) in stand R (Achteruit), N (Neutraal) of D (Rijden) wordt gezet.
- Automatisch ontgrendelen
- Uitschakelen: de centrale ontgrendeling wordt uitgeschakeld.
- Vehicle Off/On, Key out (auto aan/uit sleutel uit): alle portieren worden automatisch ontgrendeld als de contactsleutel uit het contactslot wordt verwijderd of als de toets ENGINE START/STOP in de stand OFF wordt gezet.
- Driver Door Unlock (bestuurdersportier ontgrendeld): alle portieren worden automatisch ontgrendeld als het bestuurdersportier wordt ontgrendeld.
- On Shift to P (bij inschakelen van P (Parkeren)): alle portieren worden automatisch ontgrendeld wanneer de selectiehendel van de automatische transmissie in stand P (Parkeren) wordt gezet.
Lampen
- One-touch passeerknipperlicht
- De functie one-touch passeerknipperlicht wordt uitgeschakeld.
- 3, 5, 7 keer knipperen: de richtingaanwijzers knipperen 3, 5 of 7 keer wanneer de combischakelaar iets omhoog of omlaag wordt bewogen.
❈Zie "Verlichting" in dit hoofdstuk voor meer informatie
- Follow me home-verlichting
- Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de Follow me home-verlichtingsfunctie ingeschakeld.
Gebruiksgemak
- Weergave ruitenwisser/verlichting (indien van toepassing):Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de weergave ruitenwisser/verlichting ingeschakeld.
- Pop-up schakelstand (indien van toepassing):Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de weergave van de pop-up schakelstand ingeschakeld.
- Auto rear wiper (reverse) (automatische achterruitenwisser) (indien van toepassing): Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de achterruitenwisser automatisch ingeschakeld wanneer de voorruitenwisser in stand ON en de selectiehendel in stand R (achteruit) staat.
Onderhoudsinterval
- Onderhoudsinterval Voor het inschakelen of uitschakelen van de onderhoudsintervalfunctie
- Interval aanpassen Voor het aanpassen van het interval op basis van afstand en tijd.
- Resetten Voor het resetten van de onderhoudsintervalfunctie.
Andere voorzieningen
- Brandstofverbruik automatisch
resetten
- Off (uit): Het gemiddelde brandstofverbruik wordt niet automatisch gereset bij het tanken.
- After Ignition (na starten): Het gemiddelde brandstofverbruik wordt automatisch gereset 4 uur nadat de motor is afgezet.
- After Refueling (na tanken): Het gemiddelde brandstofverbruik wordt automatisch gereset bij het tanken.
- Fuel Economy Unit (eenheid brandstofverbruik) Voor het selecteren van de eenheid van het brandstofverbruik (km/L ↔ L/100 km, Britse gallon ↔ Amerikaanse gallon)
- Temperature Unit (temperatuureenheid) Voor het selecteren van de temperatuureenheid (°C, °F)
Language (taal)
Kies de taal
Reset (resetten)
U kunt de menu's resetten in de Gebruikersinstellingen. Alle menu's in de Gebruikersinstellingen zijn ingeschakeld, behalve taal en onderhoudsinterval.
Waarschuwingsmeldingen
Waarschuwingsmeldingen worden weergegeven op het lcd-scherm om de bestuurder te waarschuwen. Dit is te vinden in het midden van het instrumentenpaneel.
De waarschuwingsmelding kan anders worden weergegeven afhankelijk van het type instrumentenpaneel en soms wordt mogelijk helemaal geen waarschuwingsmelding weergegeven.
De waarschuwingsmelding wordt weergegeven als een symbool, een symbool met tekst, of alleen tekst.
Portier, motorkap, achterklep open
- Deze waarschuwingsmelding geeft weer welk portier is geopend of dat de motorkap of achterklep is geopend.
Schuif-/kanteldak geopend (indien van toepassing)
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u de motor uitschakelt terwijl het schuif-/kanteldak is geopend.
Oververhitte motor
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven wanneer de koelvloeistoftemperatuur hoger is dan 120 °C. Dit betekent dat de motor oververhit is en beschadigd kan raken.
❈Raadpleeg "Oververhitting" in hoofdstuk 7 wanneer de motor oververhit raakt.
Schakel naar P (auto's met Smart Key-systeem en automatische transmissie)
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u probeert de motor uit te schakelen zonder dat de selectiehendel in stand P (parkeren) staat.
- De toets ENGINE START/STOP gaat dan over naar de stand ACC (als u de toets ENGINE START/STOP nogmaals indrukt, gaat hij over naar de stand ON).
Lage Batterij Sleutel (auto's met Smart Key-systeem)
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als bij het in de stand OFF zetten van de toets ENGINE START/STOP de batterij van de Smart Key bijna leeg is.
Druk op STARTknop tijd. draaien stuurw.
(auto's met Smart Key-systeem)
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als het stuurwiel niet normaal wordt ontgrendeld bij het indrukken van de toets ENGINE START/STOP.
- De melding attendeert u erop dat u bij het indrukken van de toets ENGINE START/STOP het stuurwiel naar rechts en links moet draaien.
Stuurwielslot (auto's met Smart Key-systeem)
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als het stuurwiel niet wordt vergrendeld bij het in de stand OFF zetten van de toets ENGINE START/STOP.
Controleer Systeem Stuurwielslot (auto's met Smart Key-systeem)
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als het stuurwiel niet normaal wordt vergrendeld bij het in de stand OFF zetten van de toets ENGINE START/STOP.
Duw op remped. Voor starten motor (auto's met Smart Key-systeem en automatische transmissie)
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als de toets ENGINE START/STOP tweemaal naar de stand ACC gaat doordat u herhaaldelijk op de toets drukt zonder het rempedaal in te trappen.
- De melding attendeert u erop dat u het rempedaal ingetrapt moet houden om de motor te kunnen starten.
Sleutel niet in (auto's met Smart Key-systeem en handgeschakelde transmissie)
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u de toets ENGINE START/STOP indrukt terwijl de Smart Key zich niet in de auto bevindt.
- De melding attendeert u erop dat u altijd de Smart Key bij u moet hebben.
Sleutel niet gevonden (auto's met Smart Key-systeem)
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u de toets ENGINE START/STOP indrukt terwijl de Smart Key niet is gedetecteerd.
Druk opnieuw op de (auto's met Smart Key-systeem)
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u de toets ENGINE START/STOP niet kunt bedienen wanneer er een storing is in het systeem van de toets ENGINE START/STOP.
- De melding attendeert u erop dat u de motor kunt starten door de toets ENGINE START/STOP nogmaals in te drukken.
- Als het waarschuwingslampje gaat branden telkens wanneer u de toets ENGINE START/STOP indrukt, raden wij u aan de auto te laten controleren door een officiële Kia-dealer.
Druk op de STARTknop met de sleutel (auto's met Smart Key-systeem)
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u de toets ENGINE START/STOP indrukt terwijl de melding "Sleutel niet gevonden" wordt weergegeven.
- Het controlelampje startblokkeersysteem gaat dan knipperen.
Controleer zekering BRAKE SWITCH (auto's met Smart Key-systeem en automatische transmissie)
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als de zekering BRAKE SWITCH is doorgebrand.
- De melding attendeert u erop dat u de zekering moet vervangen door een nieuwe. Als dat niet mogelijk is, kunt u de motor starten door de toets ENGINE START/STOP 10 seconden ingedrukt te houden in stand ACC.
Schakel naar P of N voor starten (auto's met Smart Key-systeem en automatische transmissie)
- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u probeert de motor te starten terwijl de selectiehendel niet in stand P (parkeren) of N (neutraal) staat.
AANWIJZING U kunt de motor starten als de selectiehendel in stand N (neutraal) staat. Voor uw eigen veiligheid is het echter raadzaam de motor te starten als de selectiehendel in stand P (parkeren) staat. |
Waarschuwingslampje gladheid (indien van toepassing)
Dit waarschuwingslampje brandt om de bestuurder te waarschuwen voor een mogelijk glad wegdek.
Onder de volgende omstandigheden knippert dit waarschuwingslampje (samen met de buitentemperatuurmeter) 5 keer en klinkt 1 keer een waarschuwingszoemer, waarna het waarschuwingslampje blijft branden.
- De door de buitentemperatuurmeter weergegeven temperatuur is lager dan ongeveer 4°C.
AANWIJZING Als het waarschuwingslampje voor een glad wegdek gaat branden tijdens het rijden, moet u met meer aandacht en veiliger rijden en te hoge snelheden, snelle acceleratie, plotseling afremmen en plotselinge stuurbewegingen vermijden. |
Zie ook:
Skoda Fabia. Belangrijke aanwijzingen
Inleiding
ATTENTIE
Het infotainment alleen zo gebruiken, dat u in elke verkeerssituatie de wagen volledig onder controle hebt (bv. tijdens het rijden geen tekstberichten schrijven, ...
Toyota Yaris. Ruitensproeiervloeistof
Als het ruitensproeiervloeistofniveau
onder het streepje FULL
staat, moet ruitensproeiervloeistof
worden bijgevuld tot aan het
streepje FULL.
WAARSCHUWING■Bij het bijvullen van ruite ...