Skoda Fabia: Verwarming en ventilatie
Verwarming, handmatige airconditioning, Climatronic
Inleiding voor het onderwerp
De verwarming verwarmt en ventileert het interieur van de wagen. De airconditioning koelt en droogt het interieur.
Het verwarmingsvermogen is afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur, het volledige verwarmingsvermogen wordt daarom pas bij bedrijfswarme motor bereikt.
De koeling werkt onder de volgende voorwaarden.
- De koelfunctie is ingeschakeld.
- De motor draait.
- De buitentemperatuur is hoger dan 2 °C.
- De aanjager is ingeschakeld.
Als de koeling is ingeschakeld wordt het beslaan van de ruiten voorkomen.
Om de koelfunctie sneller te laten werken, kan kortstondig de circulatiefunctie worden ingeschakeld .
Gezondheidsbescherming
Om gezondheidsrisico's (bv. verkoudheid) te verminderen, de volgende aanwijzingen voor het gebruik van de koelfunctie in acht nemen.
- Het verschil tussen de buitentemperatuur en de temperatuur in het interieur mag niet groter dan 5 °C zijn.
- De koeling moet 10 minuten voor het einde van de rit worden uitgeschakeld.
- Een keer per jaar moet de airconditioning door een specialist worden gedesinfecteerd.
ATTENTIE
|
Let op
|
Verwarming en handbediende airconditioning
afb. 124 Bedieningselementen van de verwarming/airconditioning
Afzonderlijke functies kunnen worden ingesteld resp. ingeschakeld door de draaiknop te draaien of de betreffende toets in te drukken afb. 124. Bij ingeschakelde functie brandt in de toets het controlelampje.
A Temperatuur instellen
- Temperatuur verlagen / Temperatuur verhogen
B Aanjagertoerental instellen (stand 0: aanjager uit, stand 4: hoogste toerental)
C Luchtuitstroomrichting instellen
Luchtstroom naar de ruiten
Luchtstroom naar het bovenlichaam
Luchtstroom naar de voetenruimte
Luchtstroom naar de ruiten en naar de voetenruimte
Circulatiefunctie in-/uitschakelen
Koelfunctie in-/uitschakelen
Informatie over de koelfunctie
Na het indrukken van de toets brandt het controlelampje in de toets, ook als niet aan alle voorwaarden voor de koelfunctie is voldaan. De koelfunctie wordt ingeschakeld, zodra aan de volgende voorwaarden is voldaan .
Als bij ingeschakelde aanjager de luchtverdeelregelaar in de stand wordt gedraaid, dan wordt de koelfunctie ingeschakeld. De koelfunctie wordt weer uitgeschakeld door de luchtverdeelregelaar in een andere stand dan te draaien.
Als bij ingeschakelde aanjager de luchtverdeelregelaar niet in de stand wordt gedraaid, dan wordt bij het inschakelen van de circulatiefunctie de koelfunctie ingeschakeld.
Let op Om voldoende warmtecomfort te garanderen, kan tijdens de werking van de handbediende airconditioning onder omstandigheden het stationair toerental worden verhoogd. |
Climatronic (automatische airconditioning)
afb. 125 Bedieningselementen van de Climatronic
Afzonderlijke functies kunnen worden ingesteld resp. ingeschakeld door de draaiknop te draaien of de betreffende toets in te drukken afb. 125.
-
Temperatuur instellen
-
Temperatuur verlagen / Temperatuur verhogen
-
-
Gekozen temperatuur
-
Graden Celsius resp. Fahrenheit
-
Automatische werking van de airconditioning ingeschakeld
-
Intensieve luchtstroom naar de voorruit ingeschakeld
- Luchtstroomrichting
- Circulatiefunctie ingeschakeld
- Koelfunctie ingeschakeld
- Ingesteld aanjagertoerental
- Aanjagertoerental instellen (het ingestelde aanjagertoerental wordt weergeven door het aantal segmenten op het display)
- Linksom draaien: toerental verlagen / Climatronic uitschakelen
- Rechtsom draaien: toerental verhogen
- Interieurtemperatuursensor
Intensieve luchtstroom naar de voorruit in-/uitschakelen - bij ingeschakelde functie brandt in de toets het controlelampje
Automatische regeling inschakelen
Luchtstroom naar de ruiten in-/uitschakelen
Luchtstroom naar het bovenlichaam in-/uitschakelen
Luchtstroom naar de voetenruimte in-/uitschakelen
Circulatiefunctie in-/uitschakelen
Koelfunctie in-/uitschakelen
Bij ingeschakelde functie verschijnt op het display het betreffende symbool.
Na het uitschakelen van de koelfunctie blijft alleen de ventilatiefunctie actief, waardoor geen lagere temperatuur dan de buitentemperatuur kan worden bereikt.
Temperatuur instellen
Tussen 16 °C en 29 °C wordt de temperatuur automatische geregeld.
Bij een temperatuurinstelling onder 16 °C brandt in het display , de Climatronic werkt met maximale koelcapaciteit.
Bij een temperatuurinstelling boven 29 °C brandt in het display , de Climatronic werkt met maximale verwarmingscapaciteit.
Omschakelen tussen graden Celsius en graden Fahrenheit Tegelijkertijd de toetsen en indrukken en gedurende 2 s ingedrukt houden, op het display verschijnt de gewenste eenheid (positie 3 afb. 125).
VOORZICHTIG De interieurtemperatuursensor 11 afb. 125 niet afdekken - de werking van de Climatronic kan ongunstig worden beïnvloed. |
Let op Om voldoende warmtecomfort te garanderen, kan tijdens de werking van de Climatronic onder omstandigheden het stationair toerental worden verhoogd. |
Climatronic - automatische regeling
De automatische regeling dient ertoe de temperatuur constant te houden en de ruiten in het interieur te ontvochtigen.
- Om in te schakelen de toets indrukken.
Op het display wordt (Pos.
4 afb. 125 op ) weergegeven.
- Om uit te schakelen een willekeurige toets voor de luchtverdeling indrukken of het aanjagertoerental wijzigen. De temperatuurregeling wordt echter voortgezet.
Circulatiefunctie
In de circulatiefunctie wordt voorkomen dat verontreinigde buitenlucht in het interieur van de wagen komt. In de circulatiefunctie wordt de lucht uit het interieur aangezogen en weer in het interieur geleid.
- Om in- en uit te schakelen op toets drukken.
Verwarming
Als bij ingeschakelde circulatiefunctie de aanjager is ingeschakeld en de luchtverdeelregelaar in de stand wordt gezet, dan wordt de circulatiefunctie automatisch uitgeschakeld.
Handbediende airconditioning
De circulatiefunctie wordt automatisch ingeschakeld, als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan.
- De aanjager is ingeschakeld.
- De luchtverdeelregelaar staat niet in de stand \.
- De temperatuurregelaar staat naar links.
Als bij ingeschakelde circulatiefunctie de aanjager is ingeschakeld en de luchtverdeelregelaar in de stand wordt gezet, dan wordt de circulatiefunctie automatisch uitgeschakeld.
Climatronic
Als de luchtvochtigheid in de wagen toeneemt, kan de circulatiefunctie automatisch worden uitgeschakeld.
ATTENTIE De circulatiefunctie niet langdurig ingeschakeld laten, want in dat geval wordt geen buitenlucht toegevoerd. De "verbruikte" lucht kan vermoeidheidsverschijnselen bij de bestuurder en medepassagiers veroorzaken, waardoor de oplettendheid vermindert. Ook kunnen de ruiten beslaan. Zodra de ruiten beslaan, de circulatiefunctie direct uitschakelen - gevaar voor ongevallen! |
VOORZICHTIG
We adviseren om bij ingeschakelde circulatiefunctie niet in de wagen te roken.
De uit het interieur aangezogen rook slaat neer op de verdamper van de airconditioning. Dit zorgt tijdens het gebruik van de airconditioning voor een blijvende stankoverlast die alleen met veel moeite en hoge kosten (vervanging van de verdamper) kan worden opgelost. |
Luchtroosters
afb. 126 Luchtroosters
Bij de luchtroosters 3 en 4 afb. 126 kan de richting van de luchtstroom worden gewijzigd en kunnen de luchtroosters ook afzonderlijk worden geopend en gesloten.
De instelling van de luchtstroomrichting gebeurt door het verstelelement A afb. 126 in de gewenste richting te verstellen.
Openen
- De regelaar B omhoogdraaien afb. 126.
- De regelaar C naar rechts draaien.
Sluiten
- De regelaar B naar beneden draaien afb. 126.
- De regelaar C naar links draaien.
Afhankelijk van de instelling van de luchtverdeling komt de luchtstroom uit de volgende luchtroosters.
Luchtuitstroomrichting instellen | Luchtroosters |
1, 2, 4 | |
1, 2, 4, 5 | |
3, 4 | |
4, 5 |
VOORZICHTIG De luchtroosters niet afdekken - de luchtverdeling kan worden verslechterd. |
Zie ook:
Mazda 2. Thuisscherm
Pictogram
Functie
Applicaties
Informatie zoals gemiddeld brandstofverbruik, onderhoud en
waarschuwingen kunnen
worden geverifieerd.
Het schermdisplay ka ...
Fiat Punto. Bagageruimte
OPENEN
Van buitenaf openen: druk op knop A
fig. 32 op de achterklep.
Openen met de afstandsbediening:
druk op toets op de
afstandsbediening.
Van binnenuit openen in geval van
nood: om de ac ...