Mazda 2: Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels helpen de kans op ernstig letsel tijdens ongevallen en plotseling stoppen te verminderen. Het wordt door Mazda aangeraden dat de bestuurder en passagiers te allen tijde gebruik maken van de veiligheidsgordels.
Alle zittingen zijn voorzien van heup/schoudergordels. Deze gordels zijn ook uitgerust met oprolautomaten met traagheidsvergrendeling die er voor zorgen dat de gordels geen hinder vormen wanneer ze niet gebruikt worden. De vergrendelingen maken het mogelijk dat de gordels soepel en comfortabel om het lichaam sluiten, maar zullen op het moment van een aanrijding in positie blokkeren.
Draag altijd uw veiligheidsgordel en let er op dat alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze omgedaan hebben: Het niet dragen van veiligheidsgordels is buitengewoon gevaarlijk. Inzittenden die tijdens een botsing geen veiligheidsgordels dragen kunnen tegen iemand anders of tegen objecten in de auto geslingerd worden. Zij kunnen daardoor ernstig letsel mogelijk met dodelijke afloop oplopen. Bij dezelfde botsing zullen de inzittenden die wel gebruik van de veiligheidsgordels maken aanzienlijk minder letsel oplopen.
Draag nooit veiligheidsgordels die verdraaid zitten: Veiligheidsgordels die verdraaid zitten zijn gevaarlijk. Bij een aanrijding is de volle breedte van de gordel dan niet beschikbaar om de schok van de botsing op te vangen.
Dit leidt er toe dat er een grotere druk op de botten onder de gordel wordt uitgeoefend, waardoor botbreuk of overig ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. Dus als uw veiligheidsgordel verdraaid is, moet u de gordel recht trekken en de verdraaiingen er uit halen zodat de veiligheidsgordel over de volledige breedte gebruikt kan worden.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd: Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is gevaarlijk. Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van de schok niet op de juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar aan gedrukt kunnen worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen. Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd en ga pas met de auto rijden wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze hebben omgedaan.
Rijd niet met een auto met een beschadigde veiligheidsgordel: Gebruik van een beschadigde veiligheidsgordel is gevaarlijk. Bij een ongeluk kan het gordelmateriaal van de veiligheidsgordel die op dat moment werd gedragen beschadigd raken. Een beschadigde veiligheidsgordel kan tijdens een aanrijding geen voldoende bescherming bieden. Laat een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur alle veiligheidsgordelsystemen die tijdens een aanrijding in gebruik waren inspecteren alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Laat uw veiligheidsgordels onmiddellijk vernieuwen als de voorspanner of drukbegrenzer geactiveerd werd: Laat na een botsing altijd onmiddellijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur de voorspanners van de veiligheidsgordels en de airbags inspecteren. Juist zoals de airbags functioneren de voorspanners en drukbegrenzers van de veiligheidsgordels slechts eenmaal en moeten deze na elke botsing waarbij deze geactiveerd werden worden vernieuwd. Als de voorspanners van de veiligheidsgordels en drukbegrenzers niet vernieuwd worden, zal het risico van letsel bij een botsing toenemen.
Dragen van de schoudergordel: Een schoudergordel die op verkeerde wijze wordt gedragen is gevaarlijk. Zorg er steeds voor dat de schoudergordel over uw schouder en in de nabijheid van uw nek wordt geplaatst, maar nooit onder de arm, op de nek zelf of op de bovenarm.
Dragen van de heupgordel: Een heupgordel die te hoog wordt gedragen is gevaarlijk. Bij een aanrijding wordt de schok van de botsing dan rechtstreeks op de onderbuik overgebracht, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken. Zorg er voor dat de heupgordel nauwsluitend past en draag deze zo laag mogelijk om de heupen.
Instructies voor gebruik van de veiligheidsgordels: Veiligheidsgordels dienen op het beenderstelsel van het lichaam te drukken en behoren laag om de voorzijde van het bekken, of om het bekken, de borst en schouders gedragen te worden, al naargelang van toepassing; het dragen van de heupgordel rondom de buik dient vermeden te worden.
Veiligheidsgordels behoren zo nauwsluitend mogelijk afgesteld te worden, in overeenstemming met comfort, om de bescherming te kunnen bieden waarvoor zij bestemd zijn. Een gordel die niet voldoende gespannen is zal de drager ervan aanzienlijk minder bescherming kunnen bieden.
Zorg ervoor verontreiniging van het gordelmateriaal door schoonmaakmiddelen, olie en chemische middelen, in het bijzonder accuzuur, te voorkomen. De gordels kunnen het veiligste gereinigd worden met een oplossing van zachte zeep en water. Vernieuw de gordels als het materiaal gerafeld, verontreinigd of beschadigd is.
Het is belangrijk de veiligheidsgordels als geheel te vernieuwen nadat deze bij een ernstige botsing zijn gedragen, ook als beschadiging van het gordelsysteem niet duidelijk waarneembaar is.
Veiligheidsgordels behoren niet gedraaid te worden gedragen.
Elke veiligheidsgordel dient slechts door één inzittende te worden gebruikt; het is gevaarlijk een veiligheidsgordel aan te brengen rondom een kind dat op iemands schoot zit.
Door de gebruiker mogen er geen wijzigingen of toevoegingen worden aangebracht die verhinderen dat de afstelmechanismen van de veiligheidsgordels de gordels strakker kunnen aanspannen of die verhinderen dat de gordels door de gebruiker strakker kunnen worden afgesteld.
Gebruik van de veiligheidsgordels door zwangere vrouwen en personen met ernstige medische condities
Zwangere vrouwen dienen altijd van de veiligheidsgordels gebruik te maken. Raadpleeg uw dokter voor nader advies.
De heupgordel dient NAUWSLUITEND EN ZO LAAG MOGELIJK OM DE HEUPEN gedragen te worden.
De schoudergordel dient correct over uw schouder gedragen te worden, echter nooit over de buik.
Personen met ernstige medische condities dienen eveneens van de veiligheidsgordels gebruik te maken. Raadpleeg uw dokter voor bijzondere instructies betreffende bepaalde medische condities.
Noodblokkeerstand
Wanneer de veiligheidsgordel is vastgemaakt, zal deze zich altijd in de noodblokkeerstand bevinden.
In de noodblokkeerstand blijft de gordel comfortabel om de gebruiker zitten en zal de oprolautomaat tijdens een aanrijding in positie blokkeren.
Als de gordel geblokkeerd is en niet naar buiten getrokken kan worden, de gordel eenmaal laten oprollen en deze vervolgens langzaam proberen naar buiten te trekken. Als dit niet werkt, de gordel eenmaal krachtig aantrekken en loslaten en vervolgens opnieuw langzaam naar buiten trekken.
Zie ook:
Skoda Fabia. Trekhaak gebruiken
Aanhangwagen (accessoire) aan- en loskoppelen
afb. 253
Behuizing van 13-polig stopcontact,
borgoog
Aan- en loskoppelen
De kogelkop inbouwen en de beschermkap 3 afb. 242 op verw ...
Renault Clio. Elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESC)
met onderstuurcontrole en
tractiecontrole
Elektronisch stabiliteitsprogramma ESC
Dit systeem helpt u de controle over de auto
te behouden in kritieke rijsituaties (uitwijken
voor een obstakel, verlies van grip op de
weg in een bocht, enz. ...