Mazda 2: Richtingaanwijzers
Beweeg de richtingaanwijzerhendel naar beneden (voor een bocht naar links) of naar boven (voor een bocht naar rechts) tot aan de stopstand. Na het nemen van de bocht worden de richtingaanwijzers automatisch uitgeschakeld.
Als de indicator na het nemen van de bocht blijft knipperen, dient u de hendel met de hand in de uitgangspositie terug te zetten.
De richtingaanwijzerindicators in de instrumentengroep gaan knipperen overeenkomstig de bediening van de richtingaanwijzerhendel en laten zien welk signaal in werking is.
- Als een indicatielampje constant blijft branden zonder te knipperen of als het lampje abnormaal knippert, bestaat de kans dat de gloeilamp van een van de richtingaanwijzers doorgebrand is.
- Een gebruikersfunctie is beschikbaar voor het wijzigen van het geluidsvolume van de richtingaanwijzerindicator.
Zie ook:
Mazda 2. Anti-wielspin regeling (TCS)
De anti-wielspin regeling (TCS) zorgt
via regeling van het motorkoppel en
de remmen voor een verhoging van de
aandrijfkracht en een verbetering van
de veiligheid. Wanneer door het TCS
systeem het ...
Peugeot 208. Verbinding Wi-Fi
Verbinding met het Wi-Fi-netwerk van de
smartphone.
Druk op Connect-App om de
hoofdpagina weer te geven.
of
Druk op de toets "OPTIES" om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer &q ...