Mazda 2: Adaptieve LED koplampen
(ALH)
De adaptieve LED koplampen (ALH) zijn een systeem dat gebruik maakt van de vooruitrijcamera (FSC) om tijdens het rijden in het donker de situatie van een voorliggend voertuig of van een voertuig dat uit tegenovergestelde richting nadert te bepalen en het verlichtingsbereik van de koplampen, het verlichtingsgebied of de verlichtingshelderheid automatisch overschakelt.
Zie Vooruitrijcamera (FSC).
Het grootlicht en dimlicht van de adaptieve LED koplampen (ALH) wordt voor een optimaal zicht van de bestuurder als volgt optimaal geregeld zonder voorliggende voertuigen of voertuigen die uit tegenovergestelde richting naderen te verblinden.
Niet-verblindend grootlicht
Deze functie dimt enkel de bundel grootlicht die op het voorliggende voertuig schijnt.
Bij het rijden met een snelheid van ongeveer 40 km/h of hoger wordt het grootlicht gedimd.
Wanneer de rijsnelheid minder is dan ongeveer 30 km/h, worden de koplampen op dimlicht overgeschakeld.
Groothoekdimlicht
Deze functie vergroot het verlichtingsbereik van de lichtbundel van het dimlicht bij het rijden met een snelheid van minder dan ongeveer 40 km/h.
Snelwegstand
Deze functie verplaatst de verlichtingshoek van de lichtbundel van de koplampen omhoog bij het rijden op snelwegen.
De afstand waarover de adaptieve LED koplampen (ALH) objecten kunnen herkennen varieert afhankelijk van de omgevingsomstandigheden.
- Breng geen wijziging aan de wielophanging of koplampeenheden aan en verwijder de camera niet. Anders bestaat de kans dat de adaptieve LED koplampen (ALH) niet normaal functioneren.
- Vertrouw niet uitsluitend en alleen op de adaptieve LED koplampen (ALH) en rijd met voldoende aandacht voor de veiligheid. Schakel de koplampen indien nodig handmatig over tussen grootlicht en dimlicht.
- Wanneer er andere lichtbronnen in het gebied zijn, zoals straatlantaarns, verlichte aanwijsborden en verkeerslichten.
- Wanneer er lichtweerkaatsende voorwerpen in de omgeving zijn, zoals lichtweerkaatsende platen en borden.
- Wanneer het zicht verminderd is tijdens regen, sneeuw of mist.
- Bij het rijden op wegen met scherpe bochten of golvingen.
- Wanneer de koplampen/achterlichten van voorliggende voertuigen of van voertuigen op de tegenovergestelde rijbaan niet duidelijk zichtbaar of onverlicht zijn.
- Wanneer het onvoldoende donker is, zoals bij zonsopgang of schemering.
- Wanneer de bagageruimte beladen is met zware voorwerpen of de achterpassagierszittingen bezet zijn.
- Wanneer het zicht verminderd is doordat spatwater van de banden van een voorliggend voertuig op uw voorruit terechtkomt.
Gebruik van het systeem
Het systeem schakelt de koplampen over
naar grootlicht nadat het contact op ON is
gezet en de koplampschakelaar in de stand
staat. Het adaptieve LED koplampen
(ALH) indicatielampje (groen) in de
instrumentengroep gaat gelijktijdig
branden.
De adaptieve LED koplampen (ALH) bepalen dat het buiten donker is op basis van de helderheid van de omgeving.
Het systeem wordt uitgeschakeld wanneer
de koplampschakelaar in een andere stand
dan gezet wordt, de koplampen
handmatig op dimlicht worden
overgeschakeld of met de koplampen een
knipperlichtsignaal gegeven wordt.
Zie Gebruikersinstellingen
Handmatig overschakelen
Overschakelen naar dimlicht Zet de hendel in de stand voor dimlicht.
Het adaptieve LED koplampen (ALH) indicatielampje (groen) gaat uit.
Overschakelen naar grootlicht
Draai de koplampschakelaar naar de stand
.
Het adaptieve LED koplampen (ALH)
indicatielampje (groen) gaat uit en het
gaat branden.
Zie ook:
Mazda 2. Handbediend type
Type A
Type B
Type C
Type D
...
Mazda 2. Trekhaak
Maak bij het trekken van een aanhanger gebruik van de juiste trekhaak. Het
wordt
aanbevolen gebruik te maken van een originele Mazda trekhaak. Gebruik de
originele gaten
die door de autofabrikan ...