Auto's:

Skoda Fabia: Trekhaak gebruiken - Trekhaak en aanhangwagen - Rijden - Škoda Fabia - InstructieboekjeSkoda Fabia: Trekhaak gebruiken

Aanhangwagen (accessoire) aan- en loskoppelen

Behuizing van 13-polig stopcontact,
 afb. 253 Behuizing van 13-polig stopcontact, borgoog

Aan- en loskoppelen

Buitenspiegels Als het verkeer achter de aanhangwagen niet kan worden overzien, moeten er extra buitenspiegels worden geplaatst.

Koplampen De voorzijde van de wagen kan bij aangekoppelde aanhangwagen (accessoire) omhoogkomen en de verlichting kan andere verkeersdeelnemers verblinden.

Lichtbundelhoogte van de koplampen aanpassen .

Voeding van het aanhangwagen-/accessoirestroomcircuit Bij de elektrische verbinding tussen de wagen en de aanhangwagen (accessoire) wordt de aanhangwagen (accessoire) door de wagen van stroom voorzien (zowel bij in- als uitgeschakeld contact).

Bij afgezette motor wordt de wagenaccu door een ingeschakelde verbruiker ontladen.

Bij geringe laadtoestand van de wagenaccu wordt de stroomvoorziening naar de aanhangwagen (de accessoire) onderbroken.

ATTENTIE

  • Een onjuist aangesloten elektrische installatie van de aanhangwagen (de accessoire) kan tot ongevallen of zware verwondingen door stroomschokken leiden.
  • Geen aanpassingen aan de elektrische installatie van de wagen en de aanhangwagen (de accessoire) uitvoeren - gevaar voor ongevallen of zware verwondingen door stroomschokken.
  • Na de elektrische verbinding tussen de wagen en de aanhangwagen (accessoire) moet de aanhangwagen-/accessoireverlichting op goede werking worden gecontroleerd.
  • Het borgoog nooit gebruiken voor het afslepen - gevaar voor ongevallen!

 

VOORZICHTIG

  • Een onjuist aangesloten elektrische installatie van de aanhangwagen (de accessoire) kan tot een defecte wagenelektronica leiden.
  • De totale vermogensopname van alle op het aanhangwagen-/accessoirestroomcircuit aangesloten verbruikers mag maximaal 350 watt bedragen, anders bestaat er gevaar voor beschadiging van de elektrische installatie van de wagen.

Aanhangwagen beladen

De bandenspanning van de wagen aanpassen aan "volledig beladen"  pag.

225.

Verdelen van de lading De lading op de aanhangwagen zo verdelen, dat zware voorwerpen zo dicht mogelijk bij de aanhangwagenas liggen. De lading goed vastzetten, zodat deze niet kan verschuiven.

Bij een lege wagen en een beladen aanhangwagen is de gewichtsverdeling zeer ongunstig. Als u toch met deze combinatie moet rijden, rijd dan bijzonder voorzichtig.

ATTENTIE Een onbevestigde lading kan de rijstabiliteit en de rijveiligheid aanzienlijk beïnvloeden - gevaar voor ongevallen!

Aanhangwagengewicht

Het toegestane aanhangwagengewicht mag in geen geval worden overschreden.

Toegestaan aanhangwagengewicht - Fabia

Motor Versnellingsbak Toegestaan aanhangwagengewicht, geremd (kg) bij hellingen tot 12%. Toegestaan aanhangwagengewicht, ongeremd (kg)
1,0 l/44 kW MPI MG 800 540
1,0 l/55 kW MPI MG 800 540
1,0 l/70 kW TSI MG 1000 550
1,0 l/81 kW TSI MG 1100 560
DSG 1100 570
1,6 l/66 kW MPI MG 1100 540
1,6 l/81 kW MPI AG 1100 560
1,4 l/55 kW TDI CR MG 1000 580
1,4 l/66 kW TDI CR MG 1100 580
DSG 1100 590
1,4 l/77 kW TDI CR MG 1100 590

Toegestaan aanhangwagengewicht - Fabia Combi

Motor Versnellingsbak Toegestaan aanhangwagengewicht, geremd (kg) bij hellingen tot 12%. Toegestaan aanhangwagengewicht, ongeremd (kg)
1,0 l/55 kW MPI MG (EU6) 800 550
MG (EU4) 800 540
1,0 l/70 kW TSI MG 1000 560
1,0 l/81 kW TSI MG 1100 570
DSG 1100 590
1,6 l/66 kW MPI MG 1100 550
1,6 l/81 kW MPI AG 1100 570
1,4 l/55 kW TDI CR MG 1000 590
1,4 l/66 kW TDI CR MG 1100 590
DSG 1100 600
1,4 l/77 kW TDI CR MG 1100 600

Aanhangwagengebruik

Rijsnelheid

Om veiligheidsredenen met de aanhangwagen niet sneller dan 100 km/h (als de trekkende wagen een personenwagen uit klasse M1 is) resp. 80 km/h (als de trekkende wagen een bedrijfswagen uit klasse N1 is) rijden.

Direct snelheid verminderen, zodra u ook maar de minste slingerbeweging van de aanhangwagen waarneemt. Nooit proberen een slingerende wagen met aanhangwagen weer "recht te trekken" door te accelereren.

Remmen

Op tijd remmen! Bij een aanhangwagen met oplooprem eerst zacht en daarna stevig remmen. Zo voorkomt u remschokken door blokkerende aanhangwagenwielen.

Voor hellingen bijtijds een lagere versnelling kiezen zodat de motor als rem kan fungeren.

ATTENTIE Met de aanhangwagen altijd bijzonder voorzichtig rijden

 

VOORZICHTIG Bij regelmatig gebruik van een aanhangwagen wordt de wagen bovenmatig belast, en dient daarom ook tussen de voorgeschreven service-intervallen in te worden gecontroleerd.

Alarmsysteem

Het alarm wordt geactiveerd, wanneer bij een wagen met ingeschakeld alarmsysteem de elektrische verbinding met de aanhangwagen (accessoire) wordt onderbroken.

Het alarmsysteem altijd uitschakelen, voordat u een aanhangwagen (accessoire) aankoppelt of loskoppelt .

Voorwaarden voor de opname van een aanhangwagen (accessoire) in het alarmsysteem.

De wagen is af fabriek met een alarmsysteem en een trekhaak uitgerust.

De aanhangwagen (accessoire) is via het stopcontact voor de aanhangwagen elektrisch met de trekkende wagen verbonden.

De elektrische installatie van de wagen en de aanhangwagen (accessoire) is gebruiksklaar.

De wagen is vergrendeld en het alarmsysteem is ingeschakeld.

De aanhangwagen (accessoire) is niet uitgerust met ledachterlichten.

Zie ook:

Renault Clio. Algemeen
Iedere motor verbruikt wat olie voor het smeren en koelen van de bewegende delen in de motor. Het is daarom normaal dat u tussen twee onderhoudsbeurten olie moet bijvullen. Indien u na de inrij ...

KIA Rio. Instellen
Weergave Druk op de toets [SETUP/CLOCK] (instellen/klok) Selecteer [Display] (scherm). Informatie muziekstukken (Mediadisplay): Selecteer bij het afspelen van een MP3-bestand de gewens ...

Auto's: